Taalweetjes

Wie weet de meeste woorden? Probeer het ook met smaak.

Smaak:

kaak, haak, taak, kraak, braak, maak, vaak, zaak, knaak, staak, blaak.

Wie weet de meeste woorden? Probeer het ook met ruiken.

Ruiken:

 kuiken, duiken, fuiken, luiken.

Wie weet de meeste woorden? Probeer het ook met zien.

Zien:

tien, afzien, misschien, dien, bovendien.

Wie weet de meeste woorden? Probeer het ook met horen.

Horen

 boren, koren, storen, voren, stukadoren, kantoren.