Les 5 Frans

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?

  • Lesdoelen vorige en deze les (10 min.)
  • Herhaling vorige les: répéter, regarder, écouter, écrire
  • Opdracht 1: getallen afmaken (H) (10 min.)
  • Opdracht 2: sleepopdracht instructies (H) (5 min.)
  • Opdracht 3: code kraken: dagen van de week (5 min.)
  • Opdracht 4: persoonlijke voornaamwoorden (5 min.)
  • Opdracht 5: avoir = hebben (10 min.)
  • Check van de lesdoelen (1 min.)
1 / 33
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?

  • Lesdoelen vorige en deze les (10 min.)
  • Herhaling vorige les: répéter, regarder, écouter, écrire
  • Opdracht 1: getallen afmaken (H) (10 min.)
  • Opdracht 2: sleepopdracht instructies (H) (5 min.)
  • Opdracht 3: code kraken: dagen van de week (5 min.)
  • Opdracht 4: persoonlijke voornaamwoorden (5 min.)
  • Opdracht 5: avoir = hebben (10 min.)
  • Check van de lesdoelen (1 min.)

Slide 1 - Slide

De lesdoelen van de vorige keer waren:
  • Ik ken de Franse getallen van 0 t/m 20.
  • Ik begrijp Franse opdrachtinstructies.

De lesdoelen van vandaag zijn:
  • Ik herken de dagen van de week in het Frans.
  • Ik herken de Franse persoonlijke voornaamwoorden.
  • Ik herken het werkwoord avoir (hebben).

Slide 2 - Slide

Regarde et écoute le film:

Slide 3 - Slide

Répétez-moi:

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Ik begrijp Franse opdrachtinstructies.

Qu'est-ce que c'est?
Répéter
Regarder
Écouter
Calculer
Écrire

Oefenen met een sleepopdracht.

Slide 7 - Slide

Geef bij ieder plaatje de Franse en Nederlandse tekst.
fais l'exercice 3
lis le texte
traivaille avec ton voisin
apprends le vocabulaire
leer de woordjes
lees de tekst
maak opdracht 3
werk samen met je buur

Slide 8 - Drag question

Ik herken de dagen van de week in het Frans.

  • faire l'exercice.

Slide 9 - Slide

Ik herken de Franse persoonlijke voornaamwoorden.

Wat is een persoonlijk voornaamwoord?
Geef antwoord op de volgende vragen.

Slide 10 - Slide

Choisis:
... maak een foto.
A
ik
B
jij
C
wij
D
u

Slide 11 - Quiz

Choisis:
... staat achteraan.
A
ik
B
jullie
C
hij
D
wij

Slide 12 - Quiz

Choisis:
Waarom lacht ... nooit op een foto?
A
ik
B
wij
C
jullie
D
hij

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

1. Choisis:
... habitez à Bordeaux.
A
Nous
B
Vous
C
Ils

Slide 15 - Quiz

2. Choisis:
... a un frère, André.
A
Je
B
Tu
C
Il

Slide 16 - Quiz

3. Choisis:
.... aimons le camping.
A
Tu
B
Nous
C
Ils

Slide 17 - Quiz

4. Choisis:
... jouez au pingpong ?
A
Je
B
Nous
C
Vous

Slide 18 - Quiz

5. Choisis:
... a un chat.
A
Elle
B
Il
C
On

Slide 19 - Quiz

6. Choisis:
... ont aussi un chat ?
A
Elle
B
Vous
C
Elles

Slide 20 - Quiz

1. Vous habitez à Bordeaux.

2. Il a un frère, André.

3. Nous aimons le camping.

4. Vous jouez au pingpong ?

5. Elle a un chat.

6. Elles ont aussi un chat ?
Traduire:

Slide 21 - Slide

Ik herken het werkwoord avoir (hebben).

Slide 22 - Slide

Welke 4 vormen van avoir + een persoonlijk voornaamwoord herken je?

Slide 23 - Open question

1. Choisis:
Tu ... une tente ?
A
ai
B
as
C
a

Slide 24 - Quiz

2. Choisis:
Oui, j' ...
A
ai
B
as
C
a

Slide 25 - Quiz

3. Choisis:
Et mon père et ma mère, ils ... une caravane.
A
avons
B
avez
C
ont

Slide 26 - Quiz

4. Choisis:
Et vous ? Vous ... une tente?
A
avons
B
avez
C
ont

Slide 27 - Quiz

5. Choisis:
Non, nous ... une caravane.
A
avons
B
avez
C
ont

Slide 28 - Quiz

6. Choisis:
Et Paul, il ... une tente?
A
ai
B
as
C
a

Slide 29 - Quiz

Ik herken de dagen van de week in het Frans.
oui
non
je ne sais pas

Slide 30 - Poll

Ik herken de Franse persoonlijke voornaamwoorden.
oui
non
je ne sais pas

Slide 31 - Poll

Ik herken het werkwoord avoir (hebben).
oui
non
je ne sais pas

Slide 32 - Poll

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll