Les 6 Frans

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?

  • Lesdoelen vorige en deze les (5 min.)
  • Opdracht 1: (H) dagen van de week - filmpje (5 min.)
  • Filmpje persoonlijk voornaamwoord (5 min.)
  • Opdracht 2: quiz-vragen pers. vnw. (5 min.)
  • Filmpje werkwoord avoir (5 min.)
  • Opdracht 3: herkennen vervoegingen avoir (5 min.)
  • Opdracht 4: quiz-vragen avoir (5 min.)
  • Check van de lesdoelen (5 min.)
1 / 23
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?

  • Lesdoelen vorige en deze les (5 min.)
  • Opdracht 1: (H) dagen van de week - filmpje (5 min.)
  • Filmpje persoonlijk voornaamwoord (5 min.)
  • Opdracht 2: quiz-vragen pers. vnw. (5 min.)
  • Filmpje werkwoord avoir (5 min.)
  • Opdracht 3: herkennen vervoegingen avoir (5 min.)
  • Opdracht 4: quiz-vragen avoir (5 min.)
  • Check van de lesdoelen (5 min.)

Slide 1 - Slide

De lesdoelen van vandaag en de vorige keer zijn:
  • Ik herken de dagen van de week in het Frans.
  • Ik herken de Franse persoonlijke voornaamwoorden.
  • Ik herken het werkwoord avoir (hebben).

Slide 2 - Slide

Ik herken de dagen van de week in het Frans.

Slide 3 - Slide

Ik herken de Franse persoonlijke voornaamwoorden.

Wat is een persoonlijk voornaamwoord?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

1. Choisis:
... habitez à Bordeaux.
(U woont in Bordeaux.)
A
Nous
B
Vous
C
Ils

Slide 6 - Quiz

2. Choisis:
... a un frère, André.
(Hij heeft een broer, André.)
A
Je
B
Tu
C
Il

Slide 7 - Quiz

3. Choisis:
.... aimons le camping.
(Wij houden van de camping.)
A
Tu
B
Nous
C
Ils

Slide 8 - Quiz

4. Choisis:
... jouez au pingpong ?
(Spelen jullie tafeltennis?)
A
Je
B
Nous
C
Vous

Slide 9 - Quiz

5. Choisis:
... a un chat.
(Zij heeft een kat.)
A
Elle
B
Il
C
On

Slide 10 - Quiz

6. Choisis:
... ont aussi un chat.
(Zij (vmv) hebben ook een kat.)
A
Elle
B
Vous
C
Elles

Slide 11 - Quiz

Ik herken het werkwoord avoir (hebben).

Slide 12 - Slide

Welke 4 vormen van avoir + een persoonlijk voornaamwoord herken je?

Slide 13 - Open question

1. Choisis:
Tu ... une tente ?
A
ai
B
as
C
a

Slide 14 - Quiz

2. Choisis:
Oui, j' ...
A
ai
B
as
C
a

Slide 15 - Quiz

3. Choisis:
Et mon père et ma mère, ils ... une caravane.
A
avons
B
avez
C
ont

Slide 16 - Quiz

4. Choisis:
Et vous ? Vous ... une tente?
A
avons
B
avez
C
ont

Slide 17 - Quiz

5. Choisis:
Non, nous ... une caravane.
A
avons
B
avez
C
ont

Slide 18 - Quiz

6. Choisis:
Et Paul, il ... une tente?
A
ai
B
as
C
a

Slide 19 - Quiz

Ik herken de dagen van de week in het Frans.
oui
non
je ne sais pas

Slide 20 - Poll

Ik herken de Franse persoonlijke voornaamwoorden.
oui
non
je ne sais pas

Slide 21 - Poll

Ik herken het werkwoord avoir (hebben).
oui
non
je ne sais pas

Slide 22 - Poll

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll