Paragraaf 9.5: Mutaties

Welkom!
Leg je spullen klaar:
  • Laptop 
  • Biologieboek
  • Schrift voor aantekeningen
  • Pen
  • Mobiel in de tas!

1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Leg je spullen klaar:
  • Laptop 
  • Biologieboek
  • Schrift voor aantekeningen
  • Pen
  • Mobiel in de tas!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?

  • Herhaling van paragraaf 9.4: Genexpressie

  • Uitleg 9.5: Mutaties

  • Zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

Bij weefselkweek worden hormonen toegevoegd waardoor de cellen andere organen vormen, zoals wortels.
Op welke wijze veroorzaken plantenhormonen differentiatie van cellen tot wortelcellen?
A
Ze beïnvloeden in cellen de expressie van bepaalde genen.
B
Ze bevorderen de deling van cellen.
C
Ze laten cellen de benodigde voedingsstoffen opnemen.
D
Ze stimuleren de cellen tot opslag van reservestoffen.

Slide 3 - Quiz


Slide 4 - Open question


A
DNA
B
Eiwit
C
RNA

Slide 5 - Quiz


A
Deze bevat een unieke nucleotidenvolgorde
B
Deze bevat unieke codons
C
Deze bevat unieke nucleotiden

Slide 6 - Quiz

Paragraaf 9.5: Mutaties

Slide 7 - Slide

Mutaties
Mutaties: 
veranderingen in basenvolgorde van DNA.

Puntmutatie --> verandering 1 nucleotidepaar

Oorzaken:
Fouten tijdens DNA-replicatie, virussen,
DNA-schade door invloeden van buitenaf (Radioactieve-/röntgen-/ultraviolette straling en chemische stoffen = mutagene stoffen)

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Mutaties
Puntmutaties

Genoommutaties  -->
chromosoom wordt korter/langer
een stukje chromosoom wordt verplaatst

Genoommutaties: aantal chromosomen verandert

Slide 10 - Slide

Mutaties
Een mutatie is een plotselinge verandering van het DNA.
  • Er ontstaat een verandering in de nucleotidevolgorde.

Puntmutatie: verandering in één nucleotidepaar
  • Vervanging (substitutie)
  • Verwijdering (deletie)
  • Toevoeging (insertie)

Slide 11 - Slide

Genoommutatie
Bij een genoommutatie verandert het aantal chromosomen in een cel. 
Kan doordat:
  • Bij meiose I een paar chromosomen bij elkaar blijft.
  • Bij meiose II twee chromatiden bij elkaar blijven. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Gevolgen mutaties
Mutant: een organisme waarbij een mutatie in het fenotype te zien is.
> Geen gevolg (neutrale mutatie)
> Positief gevolg (nieuwe eigenschap)
> Negatief gevolg (verlies van eigenschap)
Effecten:
- eiwit werkt niet meer (bv. bij albinisme)
- stoornissen (syndroom van Down)
- embryo niet meer levensvatbaar (miskraam)
- variatie in genotype van een soort (voordeel in veranderlijk milieu)

Slide 14 - Slide

Oorzaken van mutaties
Mutagene invloeden vergroten de kans op mutaties:
  • Straling (röntgen, UV)
  • Mutagene stoffen (bijv: stoffen in tabaksrook)
  • Virussen

Slide 15 - Slide

DNA-reparatie
Enzymen sporen beschadigingen op en repareren deze.
  • Wel DNA-replicatie, maar nog geen reparatie? 
  • Tumorsupressorgen legt de celcyclus stil

Slide 16 - Slide

Effecten van mutaties
Lichaamscellen
  • Meestal geen effect, kan leiden tot kanker.
Geslachtscellen/cellen van embryo/bevruchte eicel
  • Grote gevolgen
Afhankelijk van soort gen

Slide 17 - Slide

Ontstaan van kanker
Proto-oncogenen coderen voor eiwitten die celgroei en -differentiatie stimuleren.
  • Door mutatie in proto-oncogenen en tumorsuppressorgenen kan een cel zich ongeremd gaan delen.
  • Proto-oncogen wordt een oncogen en zet de cel aan tot abnormaal snelle groei. Een tumor ontstaat.

Slide 18 - Slide

Tumoren
Goedaardige tumor
  • Wel hele snelle celgroei, geen verstoring van weefsels, geen uitzaaiingen.
Kwaadaardige tumor
  • Hele snelle celgroei, verstoring van weefsels, uitzaaiingen

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Verschil goedaardig en kwaadaardig gezwel

Slide 21 - Slide

Aan de slag!
 Havo:
Paragraaf 9.5: opdracht 42 t/m 49

VWO: 
Opdrachten VWO Stofwisseling

Opdrachten niet af = huiswerk














Slide 22 - Slide

Vragen

  • Zijn er nog vragen?

  • Hoe vonden jullie de les?




Slide 23 - Slide

Tot slot:
Schuif je stoel aan
en
Ruim je afval op


Tot de volgende les!

Slide 24 - Slide