16 januari

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica
  • Herhaling grammatica
  • Bespreken Ergon 14
  • Bespreken opdracht 25, 26, 28, 30. 
  • H. 29
1 / 47
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 47 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica
  • Herhaling grammatica
  • Bespreken Ergon 14
  • Bespreken opdracht 25, 26, 28, 30. 
  • H. 29

Slide 1 - Slide

Vragen Grammatica?

Slide 2 - Open question

Geen vragen (meer)?
  • Maak maar twee rijtjes.... 

Slide 3 - Slide

Hulpboek blz. 114



Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Hulpboek blz. 115



Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Hulpboek blz. 116
Maak Ergon 14. 



Slide 31 - Slide

Ergon 14
  • 1 degenen/zij die de weg richting de haven bewaken
  • 2 hij die veel gasten in huis heeft
  • 3 de dingen die het volk boos maken

Slide 32 - Slide

Straf


Tekstboek blz. 108
Hulpboek blz
. 30,  
Opdracht 25, 26, 28, 30

Slide 33 - Slide

Opdracht 24
  • Sisyphos: probeerde de dood te ontwijken
  • Ixion: hij had een familielid vermoord en misbruikte Zeus’ vergiffenis om te proberen Hera te versieren
  • Danaïden: zij waren schuldig aan moord op hun echtgenoten

Slide 34 - Slide

Opdracht 26
  • Zie nakijkblad.

Slide 35 - Slide

Opdracht 28
  • a De goden hadden door wat Tantalos had gedaan, zij zijn alwetend. Zij wisten dat zij mensenvlees kregen voorgezet.
  • b r. 18 ἅτε τοῦ τῆς θυγατρὸς πόθου ὀξέος ὄντος

Slide 36 - Slide

Opdracht 30
  • ➢ Eigen verwerking.

Slide 37 - Slide

Begrafenis


Lees Tekstboek blz. 110
Maak Hulpboek blz
. 32,  
Opdracht 31 t/m 33
timer
10:00

Slide 38 - Slide

Opdracht 31
  • De schim van een niet op de juiste manier begraven dode kon de onderwereld niet in en bleef hangen op de oever van de Acheron; bovendien kwam hij dan spoken bij de nabestaanden.

Slide 39 - Slide

Opdracht 32
  • a στήλη: de grafsteen
  • b ἐκφορά: rouwstoet om de dode weg te brengen
  • c πρόθεσις (het opbaren van de dode en het rouwen
  • d περίδειπνον (maaltijd met de dode als gastheer

Slide 40 - Slide

Opdracht 33
  • A: περίδειπνον (de dode ligt aan, er is bezoek aanwezig en een tafeltje met servies)
  • B: ἐκφορά (klaagvrouwen trekken zich de haren uit)
  • C: πρόθεσις of ἐκφορά (bezoek knielt voor de overledene en rouwt/of de begrafenisstoet)
  • D: στήλη (de overledene is afgebeeld op de grafsteen in de kracht van haar leven)

Slide 41 - Slide

Aan het werk.
  • Leer de grammatica t/m 28
  • Leer de woordjes t/m 29
  • Lees Tekstboek blz. 111
  • Maak Hulpboek blz. 32, opdr. 34 t/m 37.

Dit is ook huiswerk. 

Slide 42 - Slide

Opdracht 34
  • a Er is een spook van een niet juist begraven dode in het huis aanwezig dat mensen bang maakt.
  • b Eigen verwerking.
  • c ➢ In Athene
  • ➢ Een oude man
  • ➢ Lange haren; schitterende ogen; geketend
  • ➢ De filosoof Athenodoros
  • ➢ ja

Slide 43 - Slide

Opdracht 35
  • a 1: terwijl hij brieven schreef (het is geen ptc aor, maar een ptc prs)
  • 2: terwijl het steeds sterkere geluid naderde (het is geen hoofdzin, maar een gen.abs)
  • 3: naast de zittende Athenodoros (het ptc staat in de dativus en congrueert dus niet met het zijn
  • 4: boeien rammelend (κροτοῦν is geen persoonsvorm, maar een ptc dat congrueert met εἴδολον)
  • b r. 16 προσέχων

Slide 44 - Slide

Opdracht 36
  • a Athenodoros vraagt wat het spook wil.
  • b Het spook geeft geen antwoord maar wenkt met zijn vinger dat hij mee moet komen.
  • c De binnenhof van het huis.
  • d Hij markeert de plek die het spook aanwijst met een hoopje bladeren zodat hij die terug kan vinden wanneer het ligt geworden is.

Slide 45 - Slide

Opdracht 36
  • e Wanneer het licht geworden is.
  • f Hij graaft het skelet op van een dode man en begraaft de overblijfselen op de juiste manier.
  • g ‘Wie niet begraven was, kon immers de onderwereld niet in.’

Slide 46 - Slide

Opdracht 37
  • Regel 18 t/m 21: Τέλος δὲ παρῆν τὸ εἴδωλον παρὰ τῷ Ἀθηνοδώρῳ καθίζοντι, κροτοῦν τοὺς δεσμοὺς ὑπὲρ τῆς κεφαλῆς αὐτοῦ.

Slide 47 - Slide