MVT vakdidactiek 2 lesweek 4.4 schrijfvaardigheid

Hoofdstuk 10
Schrijfvaardigheid
mvt vakdidactiek lesweek 4.4
1 / 25
next
Slide 1: Slide
vakdidactiekHBOStudiejaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 10
Schrijfvaardigheid
mvt vakdidactiek lesweek 4.4

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Inschrijving toets t/m 31 mei
Week 4.7: donderdag 10 juni
Responsiecollege: 10.45 - 11.45 uur
Toets VAD2 : 20.00 - 21.30 uur

Week 4.9: donderdag 24 juni 
Herkansing: 17.00 - 18.30 uur

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Doelen
Je kunt:


- schrijfopdrachten plaatsen in het fasemodel voor schrijfvaardigheid 

- het schrijfvaardigheidsproces binnen het taalproductiemodel van Levelt benoemen. 
- Creatief schrijven inzetten in je les 
- de verschillen tussen schrijfvaardigheid en deelvaardigheden herkennen in een opdracht.


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Welke tekstsoorten (schrijfvaardigheid) zijn belangrijk in MVT-onderwijs op VO en MBO?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Tekstsoorten gekoppeld aan ERK (A1-B1)

Slide 5 - Slide

E-mail
Kaart
Formulieren
Zakelijke brief
Persoonlijke Brief
CV (MBO)

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Taalproductiemodel van Levelt (p 74)

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Schrijfvaardigheid in het taalproductiemodel
Je geeft je leerlingen de opdracht om een sinterklaasgedicht te schrijven voor een klasgenoot. Het gedicht mag niet kwetsend zijn, moet minimaal 4 regels bevatten en het moet rijmen.

Welke processen komen daar bij kijken?
Koppel de handeling aan de juiste plaats in het productiemodel.


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Conceptualizer
Formulator
Lexicon
Articulator
De juiste woorden zoeken
Emotie voor een gedicht bepalen
Gedicht hardop lezen ter controle
De volgorde van de woorden in de zin bepalen
Bedenken wat er allemaal betrekking heeft op het onderwerp

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Welk onderdeel uit het taalproductiemodel kun je ontlasten om de opdracht makkelijker te maken?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Creatief schrijven: welke opdrachten kun je inzetten?

Slide 11 - Mind map

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Andere ideeën?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

FUNCTIONEEL vs CREATIEF SCHRIJVEN​
Creatief schrijven:​ gedichten, slogan, strip


Leerling schrijft zonder specifiek communicatief doel. ​

Doel is voornamelijk plezier beleven aan de taak en een beroep doen op andere intelligenties en talenten (en woordenschat)​ 



Functioneel schrijven: rapporten, brieven, e-mails, sms’jes, appjes.
 ​ 

Leerling schrijft met een zo authentiek mogelijk schrijfdoel​

Hieronder valt ook reactief schrijven​

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Zeer geachte heer



Beste heer Jansen




Hoi Tom
Hoogachtend,



Met vriendelijke groet,




Groetjes,

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Ik hoop dat je dit kunt aanpassen.



Ik ga ervan uit dat je dit aanpast.



Ik ga hier niet mee akkoord en sta erop dat je het aanpast.
2


1


3

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Strategie-oefeningen
Tekstsoort bepalen​


​Inhoudelijke punten structureren: wat zeg je eerst en wat daarna en waarom

Revisieoefeningen: bijvoorbeeld elkaars schrijfproducten verbeteren (eventueel op deelaspecten)​



Herformuleringsoefeningen​

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Reviseren om te leren
Tijdens het schrijven: checklist laten gebruiken
Essentiële fouten markeren, later in groepjes laten verbeteren.
Leerlingen elkaars werk op gerichte punten laten corrigeren.
Fouten-top-10 bespreken
Van vier schrijfopdrachten naar één schrijfopdracht gaan

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld revisie oefening
Onderdeel
Ja
Nee
Plaatsnaam gevolgd door datum
Bevat aanhef
Bevat afsluitende zin
Is geschreven in tegenwoordige tijd
werkwoord bevat /s/ na 3e persoon enkelvoud

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Vaardigheid of deelvaardigheid?
Geef bij elk van de volgende opdrachten aan of het gaat om de schrijfvaardigheid of om een deelvaardigheid.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Opstel over vuurwerkverbod
A
Vaardigheid
B
Deelvaardigheid

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Formulier invullen voor inchecken op een camping
A
Vaardigheid
B
Deelvaardigheid

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Een geleide schrijfopdracht voor een e-mail.
A
Vaardigheid
B
Deelvaardigheid

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Volgende week
Bestudeer hoofdstuk 11: Gespreksvaardigheid

Bekijk de lessuggesties voor schrijfopdrachten én het werkblad op Onderwijs Online (Vakdidactiek 2).

Slide 25 - Slide

This item has no instructions