1. regelmatige ww + onregelmatige ww + wederkerende ww
2. voorzetsels
3. doler / gustar
4. muy / mucho / mucho-a-os-as
5. pretérito perfecto: haber + volt.dw.
6. bijvoeglijk naamwoord + meervoudsregel
7. verschil ser en estar
8. Vragende voornaamwoorden