1.6 Zoetwatervoorraad in het IJsselmeergebied en de Zuidwestelijke Delta

Leerdoelen:

  • Verklaren waarom sommige gebieden in Nederland geen zoet water van rivieren krijgen.
  • Uitleggen om welke twee redenen men het peil van het IJsselmeer wil reguleren.
  • Beschrijven waarom het belangrijk is een strategische watervoorraad aan te leggen

1 / 19
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Leerdoelen:

  • Verklaren waarom sommige gebieden in Nederland geen zoet water van rivieren krijgen.
  • Uitleggen om welke twee redenen men het peil van het IJsselmeer wil reguleren.
  • Beschrijven waarom het belangrijk is een strategische watervoorraad aan te leggen

Slide 1 - Slide

IJsselmeergebied

Slide 2 - Slide

Zoetwater
- Belangrijk als zoetwatervoorraad.
- Grootste zoetwateropslag in Nederland.
- Met klimaatverandering gaat het IJsselmeer dus steeds een belangrijkere rol spelen.

Slide 3 - Slide

Stuw bij Driel
Haringvliet sluizen
Sluizen afsluitdijk
De sluizen worden bij eb opengezet om water af te voeren naar de Noord- en Waddenzee.
De stuw bij Driel regelt de stroming van de IJssel.

Slide 4 - Slide

Maak opdracht 3
met de atlas

Over 15 minuten bespreken we deze na!
timer
15:00

Slide 5 - Slide

Beschrijf hoe het IJsselmeer aan vers water komt en hoe het water uiteindelijk in de Waddenzee belandt.

Slide 6 - Open question

Door de aanleg van de Deltawerken is de kust met 700km korter geworden.

Slide 7 - Slide

Zoetwaterverdeling
  • Hoe komt Zeeland dan aan water?
  • Hoeveel wordt aangevoerd via hoofdwatersysteem?
  • En hoeveel afgevoerd?
  • Verschil?

Slide 8 - Slide

Klimaat- verandering
Hogere temperaturen:

Meer water door toename smeltwater, zet bij hogere temperatuur uit, neemt meer ruimte in beslag
Gevolgen:
- Rivieren kunnen moeilijker afwateren in de zee
- De zee dringt bij vloed verder het land in (verzilting)

Slide 9 - Slide

Als de Maeslantkering  sluit
ivm een storm...
De storm stuwt het zeewater tegen de keering aan. 
Doordat de kering dicht zit, kan de rivier het water niet op zee afwateren... 

Slide 10 - Slide





Het laatste                    probleem...

Slide 11 - Slide

Absolute zeespiegelstijging!
Bodemdaling!

Slide 12 - Slide

West- en Noord-Nederland zakken weg
--> bodemdaling
Waar vroeger rivieren West-Nederland de bodemdaling compesneerde door frequente kleine overstromingen, ging men dijken bouwen.

Slide 13 - Slide

West- en Noord-Nederland zakken weg
--> bodemdaling

Door 3 manieren:

1. Door bemaling klinken de klei en veengebieden in. 
Dit proces is onomkeerbaar.
2. Door winning van olie, zout en gas dalen sommige gebieden extra hard.
Door het afsmelten van de Scandinavische ijsmassa’s (sinds de laatste ijstijd) daalt het noordwesten.

Slide 14 - Slide

Hoe hoog is dan de relatieve zeespiegelstijging?
A
4 meter
B
3 meter
C
2 meter
D
1 meter

Slide 15 - Quiz

Meer dreiging vanuit de zee en rivieren. Nederland moet blijven bemalen om droge voeten te houden!

Slide 16 - Slide

5: Leg uit dat door een absolute zeespiegelstijging het spuien op zee steeds moeilijker wordt. Je antwoord moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Video

Maken en nabespreken
1.6: 1,3,4,5

Slide 19 - Slide