Formuleren en Stijl 2 -paragraaf 1.3 en 1.4

Welkom bij NL
Formuleren en stijl 2

Wat hebben we volgende week?

Deze les: Motivatiebrief en 2 paragrafen Nu Nederlands 
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom bij NL
Formuleren en stijl 2

Wat hebben we volgende week?

Deze les: Motivatiebrief en 2 paragrafen Nu Nederlands 

Slide 1 - Slide

In de motivatiebrief leg je uit:
Waarom je bij de organisatie wilt werken
Waarom de functie (dus de baan of stage) jou aanspreekt
Waarom je geschikt bent voor de baan

Slide 2 - Slide

Stijl:
  • Kort en bondig en vooral enthousiast! (Het lijkt me heel leuk om...., Ik krijg altijd energie van........ )
  • Foutloos (zoek twijfelwoorden op en gebruik de spellingscontrole)  
  • Is een aanvulling op je CV, daar verwijs je naar

Slide 3 - Slide

Onderdelen motivatiebrief:
  1. Het is een zakelijke brief, maar niet heel formeel. Denk aan de regels. Heb je een naam? Waar komt de afzender (jij) en aan wie je schrijft (de geadresseerde, 
  2. Denk aan inleiding-kern-slot en alinea's. In de inleiding zeg je meteen waarop je solliciteert en in 1 of 2 zinnen waarom.

Slide 4 - Slide

Onderdelen Motivatiebrief 2
3. Pas daarna stel je jezelf voor: opleiding, werkervaring, hobby's. Hierbij verwijs je naar je CV; In bijgaand CV kunt u zien dat....) Is afkomst belangrijk? Niet altijd voor je werk/stage.Als het iets met het werk te maken heeft, lijkt mij.
4. Schrijf waarom je hebt gekozen voor dit bedrijf. Wat lijkt je leuk? Wat sluit aan bij jou? Wat lijkt je goed om te leren.
5. Sluit af met een zin waarin je schrijft dat je graag persoonlijk wil kennismaken.

Slide 5 - Slide

Wellke formuleringen passen NIET in een motivatiebrief? (meerdere antwoorden)
A
Hallo meneer/mevrouw
B
Hoogachtend, afzender
C
Met vriendelijke groet, afzender
D
Geachte heer/mevrouw ........

Slide 6 - Quiz

Deze les Nu Nederlands: Formuleren & Stijl 2, deel 2

Paragraaf 2.3 Dubbelop en door elkaar
Paragraaf 2.4 Twijfelwoorden

Slide 7 - Slide

Waar ging de les en (huiswerk)opdrachten van vorige week over? Vul in

Slide 8 - Open question

Goed of fout?
Een aantal studenten hebben de opdrachten niet gemaakt.
A
Goed
B
Fout

Slide 9 - Quiz

Hoe heet deze fout?
A
Inversie
B
Incongruentie
C
Verkeerde samentrekking

Slide 10 - Quiz

Beoordeling periode 3
  • 3 toetsen, waarvan 1 volgende week
  • 2 schrijfopdrachten
  • Je krijgt 1 cijfer voor de toetsen en 1 cijfer voor  deschrijfopdrachten. Het gemiddelde bepaalt of je een voldoende krijgt voor Nederlands 

Slide 11 - Slide

2.3 Dubbelop en door elkaar
We willen zo efficient mogelijk schrijven. Geen herhalingen.
zoals in: 

'Ik vind zelf persoonlijk dat met de pen waarmee ik schrijf ik nooit niet mooi kan schrijven.'

Wat kan er weg?


Slide 12 - Slide

Dubbelop
'Ik vind zelf persoonlijk dat met de pen waarmee ik schrijf ik nooit niet mooi kan schrijven.'

Ik vind dat de pen waarmee ik schrijf niet mooi schrijft. 

(Zelf persoonlijk wordt al duidelijk door ik vind. Met waarmee is dubbelop en nooit niet is een dubbeleontkenning.

Slide 13 - Slide

Log in NuNederlands 
Formuleren en Stijl 2
Paragraaf  2.3 Dubbelop en door elkaar
- In 5 minuten: 
- Lees uitleg
- Maak oefening 1

Slide 14 - Slide

Dubbelop of niet?
Telkens weer opnieuw komt het RIVM met nieuwe corona-maatregelen.
A
Goed
B
Fout

Slide 15 - Quiz

2.4 Twijfelwoorden
  • Me/mij/mijn en je/jou/jouw
  • Kunnen of kennen
  • Liggen of leggen
  • Die, dat of welke
  • Wilt of wil
  • Heeft of hebben 

Slide 16 - Slide

Vul in:
Mijn vrienden hebben ...... ook uitgenodigd voor hun bruiloft.
A
Jouw
B
Jou
C
Je

Slide 17 - Quiz

Goed of fout
'Mijn scooter is sneller als die van jou'
A
Goed
B
Fout

Slide 18 - Quiz

Goed of fout
Mijn laptop is beter dan die van jou.
A
Goed
B
Fout

Slide 19 - Quiz

Welke formulering is goed?
A
Wilt U mij uitnodigen voor een gesprek?
B
Wil U mijn uitnodigen voor een gesprek
C
Zou U mij willen uitnodigen voor een gesprek?
D
Ik wilt graag uitgenodigd worden voor een gesprek.

Slide 20 - Quiz

Huiswerk
  • Opdrachten F & S 2
  • Oefentoets F & S 2
  • Eventueel 'meer leren' na oefentoets
  • Schrijfopdrachten 1 & 2 moeten al zijn ingeleverd
  • Als je dat al hebt gedaan en je was op tijd: evt verbeteren 

Slide 21 - Slide