Ontwikkelingspsychologie Module 1 STOC

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 3

Wat is ontwikkelingspsychologie?

Ontwikkelen houdt een duurzame en langzame verandering in. Wat betekent dit?

1. verwijst naar iets wat kwaliteit heeft
2. het is een langzaam maar gestaag proces
3. ontwikkelen gaat altijd gepaard met regressie
4. verwijst naar iets wat lang meegaat

De totstandkoming van de ontwikkeling kan voor iedereen verschillend zijn. Hoe komt dat?
2 antwoorden goed.

1. Ontwikkeling is onomkeerbaar en fasegewijs
2. Er is een toename van complexiteit
3. Ouders stimuleren hun kinderen niet altijd
4. Kinderen hebben al een sterke eigen wilsbepaling

Er zijn verschillende processen hoe mensen zich ontwikkelen. Dit noem je:

1. Groter worden, groeihormonen en revalideren
2. Groeien, loslaten en rijpen
3. Groeien, leren, rijpen
4. Groeiproces, fasering en complexiteit

Wat zijn ontwikkelingsfasen

1. Ontwikkelfasen van vooruitgang, stilstand en progressie
2. Ontwikkelfasen zijn afgebakende periodes in het leven van een mens
3. Ontwikkelfasen van progressie en regressie
4. Ontwikkelfasen van de periode van de mens van 0 tot de volwassenheid.

Ongeboren  vrucht: 1e stadium

0-18 maanden

12-17 jaar

8e wk zwangerschap - geboorte

4-6 jaar

Fase 40 weken

6-12 jaar

65 jaar en ouder (senior)

22-65 jaar

17-22 jaar

18 maanden - 4 jaar

+/- 85 jaar en ouder

+/- 40-60 jaar

Zuigeling / baby

Ongeboren kind

Peuter

Dreumes

Schoolkind

Puber

Adolescent

Volwassene

De oudere mens

De hoogbejaarde mens

Embryo

Kleuter

Foetus

De middelbare mens

Hoe ontstaat de ontwikkeling

1. Nature
2. Nurture
3. Zelfbepaling
4. Mix van alle drie

Wat zijn ontwikkelingstaken?

1. een stap die je moet nemen om verder te gaan
2. Taken die een mens doet in zijn leven
3. is een ander woord voor ontwikkelingsgebieden
4. Ontwikkelingsgerichte taken = acties

Noem factoren die van invloed
zijn op de ontwikkeling

Oefening: Groeien-leren-rijpen

De ontwikkeling van de mens bestaat uit ...... gebieden

1. 2
2. 4
3. 5
4. 6

Bespreekvragen

Het kind geeft aan aan levenloze dingen menselijke eigenschappen. Dit verwijst dan weer naar het feit dat jonge kinderen heel vaak denken dat voorwerpen en dieren dezelfde gedachten en gevoelens kunnen hebben als zijzelf. Dit noemen we:

1. animistisch denken
2. magisch denken
3. sprookjes denken
4. andersom denken

Het kind is bang is om ‘door het badputje weggespoeld te worden’. Want, luidt de kleuterlogica, als er water door het putje wegspoelt kan dat met mij ook gebeuren. Dit noemen we:

1. animistisch denken
2. magisch denken
3. sprookjes denken
4. andersom denken

Zoek ee n afbeelding van een activiteit wat past bij fantasiedenken

Noem 5 aandachtpunten voor het jongere schoolkind tijdens het spel

Noem 5 aandachtpunten voor het oudere schoolkind tijdens het spel

Wat vonden jullie van LessonUp?

😒🙁😐🙂😃