Herhaalles SO blok 2 kgt2

Herhaalles PW blok 2
Laptop mag dicht op tafel.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhaalles PW blok 2
Laptop mag dicht op tafel.

Slide 1 - Slide

Deze les
  • Herhalen stof voor het proefwerk
  • Instructie afgewisseld met zelfstandig werken
  • Blooket
  • Einde van de les

Slide 2 - Slide

De persoonsvorm (pv)
Vind je door: 
  • de zin in een andere tijd te zetten:  tt <-> vt
Het werkwoord dat verandert is de persoonsvorm!

Vb.
Max heeft de Grand Prix van Monaco gewonnen.
Max had de Gran Prix van Monaco gewonnen.



Slide 3 - Slide

Werkwoordelijk gezegde
 Alle werkwoorden in een zin
Soms staat voor het hele ww het woordje 'te'. 
Dan geldt:
pv + te + hele ww = wwgez 

vb. Hij vindt het lastig zoveel te moeten.

Slide 4 - Slide

Het onderwerp
Wie/wat + pv/wwg

vb. Frank maakt zijn huiswerk.

Slide 5 - Slide

Het lijdendvoorwerp
Wat/wie + pv/wwg + ond

vb. Frank heeft zijn huiswerk gemaakt.

Slide 6 - Slide

Benoem in deze zin de pv, het wwg, het ond en lv


Vanmorgen heb ik een appeltaart gebakken.

Slide 7 - Slide

Aan de slag!
Ga naar je mail en klik op de link van grammatica.
Maak het formulier.
Je hebt 8 minuten de tijd.
Klaar? Blooket.

timer
8:00

Slide 8 - Slide

2.8 Instructie - Verleden tijd
klankvaste werkwoorden -> klank verandert niet in de vt
vb. huilen -> ik huilde

klankveranderend ww -> klank verandert in de vt 
                                                -> je hoort hoe je de pv moet spellen 
vb. blazen -> ik blies

Slide 9 - Slide

2.8  Instructie - Verleden tijd
Wanneer je niet kunt horen of je in de verleden tijd -te(n) of         -de(n) spelt, dan gebruik je 't kofschip-x. Zie schema: 

Slide 10 - Slide

samen oefenen
Wat is de verleden tijd van: 
bestellen:  ik .............
zeuren: hij ........
plakken: wij ........

Schrijf de stam en de ik-vorm in de tegenwoordige tijd:
verhuizen -> stam: .............     ik vorm tt : ..........     ik vorm vt: .............
verloten -> stam: .............  ik vorm tt: ...........     ik vorm vt: .............



Slide 11 - Slide

2.9 Instructie voltooid deelw.
Een vd eindigt vaak op -d of -t. 
Sommige ww-en hebben een ander vd -> -en

Als je niet weet of het een -d of -t is ->                                                        maak het langer en wat je hoort, schrijf je!                                                of je gebruikt 't kofschip-x.




Slide 12 - Slide

2.10 Instructie samenstellingen
Samenstellingen maak je door twee of meer woorden aan elkaar te schrijven.

Bij sommige combinaties levert dat een woord op dat niet makkelijk uit te spreken is -> die woorden krijgen een tussenklank: -e, -en of -s.

Voor het gebruik van tussenklanken gelden regels.
Let op: die regels gelden niet voor woorden die je gewoon aan elkaar kan plakken, zoals zand + bak

Slide 13 - Slide

Uitzonderingen:

Slide 14 - Slide

Aan de slag!
Klik op de link in je mail voor spelling.
Maak het formulier.
Je hebt tot 09:25 uur de tijd.
Klaar? Blooket.

Slide 15 - Slide