Spellingregels verkleinwoorden
1. Eindigt een woord op -ng, dan krijgt het verkleinwoord -nkje of -etje.
Koning - koninkje
wandeling - wandelingetje
2. Bij woorden die eindigen op een klinker, krijgt het verkleinwoord een dubbele klinker!
café - cafeetje
paraplu - parapluutje
3. Bij woorden die eindigen op een -i, krijgt het verkleinwoord een extra -e.
taxi - taxietje