Hoofdletters Leestekens VV thema 1

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3,4

Hoofdletters & leestekens

Lesdoel

Je kunt hoofdletters, punten, komma's, uitroeptekens en vraagtekens op de juiste manier gebruiken in een zin. 

Waarom hoofdletters en leestekens?

Wanneer gebruik je hoofdletters?

HOOFDLETTERS

Zo gebruik je hoofdletters

• Aan het begin van een zin: Vandaag schijnt de zon.
• Bij namen: Sophia, Panta Rhei, mevrouw Bos etc.
• Feestdagen: Pasen, Kerstmis. Let op dat je bij samenstellingen (van feestdagen) geen hoofdletter gebruikt: kerstdag, halloweenversiering etc.
• Namen van mensen, topografische namen (landen, rivieren, straatnamen etc.) en merken.

GEEN HOOFDLETTERS

Let op: 

Namen van dagen van de week (vrijdag), maanden (november), seizoenen (herfst) en windstreken (westen) 

krijgen GEEN hoofdletter.

Hoofdletter of kleine letter
Welke is juist?

1. cola
2. Cola

Hoofdletter of kleine letter
Welke is juist?

1. 's Middags begin ik om twee uur
2. 'S middags begin ik om twee uur

Hoofdletter of kleine letter
Welke is juist?

1. Euro
2. euro

Hoofdletter of kleine letter
Welke is juist?

1. Moederdag
2. moederdag

Hoofdletter of kleine letter
Welke is juist?

1. Zondag
2. zondag

Hoofdletter of kleine letter. Welke is juist?

1. cambuur
2. Cambuur

Wel of geen hoofdletter?

1. Leeuwarden
2. leeuwarden

Hoofdletter of kleine letter
Welke is juist?

1. Herfst
2. herfst

beste mevrouw vergeer
In de bovenstaande zin moet(en)...

1. 1 hoofdletter
2. 2 hoofdletters
3. 3 hoofdletters
4. geen hoofdletters

LEESTEKENS 

- punten

- vraagtekens

- uitroeptekens

- komma's

Waarom gebruik je leestekens?

PUNTEN 

- Aan het einde van een zin

Vandaag heb ik een hockeywedstrijd.

Morgen ga ik logeren bij mijn vriendin.

VRAAGTEKENS

- Na een vraag

Hoe lang duurt deze les nog?

'Neem jij koekjes mee voor bij de thee?' vroeg Meike.

UITROEPTEKENS 

- Om een bevel of waarschuwing aan te geven

Halt, of ik schiet!

Stop!

Kom hier!

KOMMA'S

- Als pauzeteken in een zin

Onze hond eet erg veel, toch is hij niet dik.

KOMMA'S (2)

- Tussen de delen van een opsomming

Ik hou van verschillende smaken ijs: chocolade, vanille, bosvruchten en cookie&caramel.

KOMMA'S (3)

- Tussen twee persoonsvormen

Als ik naar huis fiets, heb ik tegenwind.

Studiemeter

Succes!