12.4 resorptie en 12.5 regeling van de spijsvertering

12.4 resorptie
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

12.4 resorptie

Slide 1 - Slide

leerdoelen
  1. je kunt uitleggen wat resorptie is, om welke stoffen dit gaat en op welke plekken in het lichaam dit gebeurt.
  2. je kunt uitleggen hoe het verteringsstelsel wordt aangestuurd door zowel het hormoonstelsel als het zenuwstelsel.
  3. je kunt uitleggen wat het animale en autonome zenuwstelsel doet.

Slide 2 - Slide

aan de slag


Lees 12.4 en 12.5 aandachtig door en beantwoordt daarna de volgende vragen....

Slide 3 - Slide

regeling
hormonen regeleno.a. het openen en sluiten van het maagportier/ productie alvleessap

zenuwstelsel werkt veel reflexmatig (autonome zenuwstelsel), zoals de peristaltische bewegingen, productie maagsap, aandrang om naar de wc te gaan

zindelijk worden = je autome zenuwstelsel (aandrang) onderdrukken met animale zenuwstelsel (ontlasting ophouden)

Slide 4 - Slide

Zoek uit...Waarom worden grote vetzuurketens niet direct opgenomen in het bloed maar eerst opgenomen in de lymfevaten?

Slide 5 - Open question

Welke stoffen kunnen via de maagwand worden opgenomen?

Slide 6 - Open question

In welke situatie zou je kiezen voor zetpillen en niet voor pillen voor oraal (doorslikken) gebruik?

Slide 7 - Open question

In welke darm wordt het meeste water geresorbeerd?
A
dunne darm
B
dikke darm

Slide 8 - Quiz

Als iemand langdurig, veel alcohol binnenkrijgt, kan de afvoergang van de alvleesklier afgesloten raken. Producten van de alvleesklier blijven dan in de alvleesklier achter en veroorzaken daar beschadiging van het alvleesklierweefsel. Waardoor wordt deze beschadiging veroorzaakt?
A
door enzymmoleculen
B
door hormoonmoleculen
C
door glucosemoleculen

Slide 9 - Quiz

In tropische landen hebben veel toeristen last van reizigersdiarree. Een toerist wordt bijvoorbeeld
via het voedsel besmet met voor zijn lichaam onbekende bacteriën.
Er zijn dan niet direct voldoende hoeveelheden antistoffen in zijn lichaam aanwezig, zodat de
bacteriën zich kunnen vermeerderen en diarree veroorzaken.
Patiënten met reizigersdiarree kunnen hierdoor snel uitdrogen, vooral als ze geen extra water
drinken. Tegenwoordig kan men antistoffen tegen deze bacteriën uit melk van op een bepaalde manier
behandelde koeien. Een injectie met deze antistoffen kan een toerist gedurende enige tijd
tegen deze hinderlijke ziekteverschijnselen beschermen.
--> Waardoor droogt een patiënt met reizigersdiarree snel uit?
A
doordat bij elke besmetting koorts ontstaat, waardoor de patiënt veel vocht verliest door verdamping.
B
doordat de bacteriën water verbruiken, zodat voor de patiënt niet meer voldoende beschikbaar is.
C
doordat veel vocht met de ontlasting verloren gaat.

Slide 10 - Quiz

Je hebt als kind in je broek gepoept (niet expres). Welk zenuwstelsel heeft 'gewonnen'. Het animale of autonome zenuwstelsel?
A
animale zenuwstelsel
B
autonome zenuwstelsel

Slide 11 - Quiz

De maagwand begint met maagsap productie zodra voedsel in de maag komt. Welk zenuwstelsel is hiervoor verantwoordelijk?
A
animale zenuwstelsel
B
autonome zenuwstelsel

Slide 12 - Quiz

aan de slag
  • maken en nakijken t/m 12.5
  • maken begrippenlijst 12.4 en 12.5
  • maken mindmap 12.4 en 12.5
  • biologiepagina.nl oefenen en uitlegvideo's
  • PO 10.5. Amylase werking onder verschillende omstandigheden voorbereiden in duo
  • microscopie - dunne darm bekijken

Slide 13 - Slide