Lijdend voorwerp

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

De leerlingen van mh1c hebben een traktatie gekregen.
pv =

De leerlingen van m1hc hebben een traktatie gekregen.
ow =

De leerlingen van m1hc hebben een traktatie gekregen.
wg =

In welke twee groepen kun je onderstaande zinnen verdelen?

broertje rennen                                           
Chinees praten
flesje drinken
liedje zingen
stoeltje maken
hondje blaffen 

opa lezen 

Groep 1

Iemand doet iets.

Groep 2
Iets doen 

baby huilen

koekje bakken

eitjes zoeken

ikke zitten

meisje zingen

snoepje kopen

paardje drinken

boekje lezen

Iemand doet iets:

De baby huilt

Ik zit

Het paardje drinkt

onderwerp + werkwoordelijk gezegde 

Iets doen:

Ik bak een koekje

Ik zoek een eitje 
Mijn zusje leest een boekje

lijdend voorwerp 

Welk zinnetje hoort niet in het rijtje thuis?

Welk zinnetje hoort niet in het rijtje thuis?

Welk zinnetje hoort niet in het rijtje thuis?

Welk zinnetje hoort niet in het rijtje thuis?

Welk zinnetje hoort niet in het rijtje thuis?

Lisa eet een snoepje.
lijdend voorwerp =

Lisa leest een spannend boek
Lijden voorwerp =

Lisa pakt haar blauwe rugzak.
lijdend voorwerp =

De leerlingen van mh1c hebben een traktatie gekregen.
lv =