Blok 2 - les 12

Sleep de woorden met een lange klank aan het einde van de klankgroep naar de molen.

kater

koeien

zwaluw

uilen

beren

vogel

zeehond

mieren

zebra

paling

zebra

bellen

woord 1

woord 2

woord 3

f of v

..lieg

f of v

..rij

z of s

..wijn

z of s

..pieren

eeuw

ieuw

uw

d..wen

gloedn.........

L.........enkooi

n........sgierig

st..wdam

h..welijk

woord 4

woord 5

woord 6

één appelflap
twee.....................

één bloemkool
twee.....................

Werkwoorden in de tegenwoordige tijd

werkwoord: logeren

ik-vorm -    ik logeer            dit is de (aangepaste) stam

de ander - hij logeert        dit is de stam + t

meer-          wij logeren      dit is het hele werkwoord

Sleep de persoonsvormen naar de juiste plek!

IK

HIJ

WIJ

Het onderwerp

Zara fietst naar school.

pv = fietst

Wie fietst? > Zara

onderwerp (ow) = Zara

Het onderwerp geeft aan wie of wat iets doet.

Het onderwerp en de persoonsvorm horen bij elkaar.

Je vindt het onderwerp met de volgende vraag:

Wie of wat + persoonsvorm

werkwoord: rillen

Ik ..... van de kou.

werkwoord: verven

Mijn vader ..... de muur.

werkwoord: spelen

De kinderen ..... buiten.

aan het werk

Juf legt het eerst uit

Groep 6, les 12 - bladzijde 44

Groep 5: spelling - les 12 - bladzijde 44

leerkracht.juniorcloud.nl

leerkracht.juniorcloud.nl