charelle proefles

• English
• Secondary Education

Introduction

Hoi Ik ben Lesley! Ik ben 24 jaar oud, ik studeer Verpleegkunde.

Ik geef Biologie, Engels, Maatschappijleer en Geschiedenis.

Ik ben tweetalig opgevoed met een Schotse vader en ik heb veel in het buitenland gewoond wat betekend dat ik goed Engels spreek en ervaring heb met het leren van nieuwe talen.

Vandaag

• Kennismaking
• Verwachtingen
• stukje grammatica
• Spreekvaardigheid
• Luistervaardigheid

Belangrijk!

Het kan zijn dat de les vandaag heel moeilijk of juist veel te makkelijk is, dat komt omdat ik wil kijken waar jij staat qua niveau. 

Dit mag je me aan het einde van de les vertellen, dan gaan we bespreken welke doelen jij wilt behalen!

Doe je best , maar het geeft niet als je iets niet weet

Who are you?

Try to tell me in English:

I am ...

I am .... years old

I live in ...

My hobbies are ...

By profession, I am ...

I would like to achieve ...

Grammatica

De vraagwoorden

Wat betekend wat

Questions

What

Vraagt naar informatie over iets

"what is your favorite food?" "wat is je favoriete eten?"

Who

Vraagt naar een persoon

"who is that?" = "Wie is dat?"

How

Vraagt naar een instructie OF naar een Gevoel

"how does that work?" "hoe werkt dat?"

"How do you feel?" "hoe voel je je?"

When

Vraagt naar een tijdstip

"When shall we meet?" "Wanneer zullen we elkaar treffen?"

Which

Vraagt naar een keuze

"Which colour do you like best?" "Welke kleur vind je het mooist?"

Where

Vraagt naar een locatie.

"Where were you born?" = " waar ben je geboren

Why

vraagt naar een reden

"why did you do that?" "Waarom deed je dat?"

Vul in:
Wanneer is je verjaardag?
.... is your birthday?

1. How
2. Why
3. What
4. When

Wie is dat meisje aan de deur?
.... is that girl at the door?

1. What
2. Who
3. Why
4. When

Hoe deed je dat?

.... did you do that?

1. How
2. Why
3. When
4. Which

Welke soort hond vind je het leukst?

.... kind of dog do you like best?

1. Why
2. Which
3. How
4. When

Vandaag loopt hij
He ... today

1. Walks
2. Walkies
3. Walk
4. Walking

Zij studeert
She ...

1. Studys
2. Studies
3. Study
4. Studying

Hij gaat
He ...

1. Goes
2. Gos
3. Going
4. Goies

Present Simple

I / You / We / They / You (meervoud) : Hele werkwoord

I walk 

He / She / It : Hele werkwoord + s

He walks

 

Present Simple

Twee regels bij het maken van de present simple in de he/she/it vorm:

Eindigt een werkwoord op één van deze letters?

-y : dan schrijf je de present simple met -ies

Voorbeeld: He try → he tries / She study → She studies

Sissende klank : dan schrijf je de present simple met -es

Voorbeeld: He kiss → he kisses / She watch → She watches

Deze regels gelden alleen voor he/she/it

Luisteroefening

We gaan kijken naar een stukje uit de film "The incredibles". 
Een film over een famillie met bovenmenselijke krachten.

We gaan hem één keer bekijken zonder ondertiteling, en één keer met (Engelse) ondertiteling. 

Probeer de grote lijnen van het verhaal te onthouden.

De video start als het goed is zelf.

Waar ging het over?

Wat werd er gezegd? 

Wat waren de grote lijnen van het verhaal?

Waar ging het over?

Wat werd er gezegd? 

Wat waren de grote lijnen van het verhaal?

Luisteroefening

Dit is een stukje uit "bbc Learning English", een stuk over dove kinderen en hun gehoorapparaten.

Wat werd er zo'n beetje verteld?

Welke adviezen geven de kinderen over hoe je met hun kan praten?

Evaluatie

Was het niveau te moeilijk/te makkelijk

Wat ging het best?

Waar wil je aan werken?

Was het tempo te snel/te langzaam/goed

Wat zijn dingen die je heel saai vind in lessen?

Wat zijn dingen die je heel graag ziet in lessen?