What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Meervoud en verkleinwoorden en hoofdletters
Met of zonder hoofdletter?
A
maandag
B
Maandag
1 / 17
next
Slide 1:
Quiz
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Met of zonder hoofdletter?
A
maandag
B
Maandag
Slide 1 - Quiz
Met of zonder hoofdletter?
A
Maaike
B
maaike
Slide 2 - Quiz
Welke zin is juist geschreven?
A
Vandaag hebben we Frans. Nederlands. Engels en gym.
B
Vandaag hebben we Frans, Nederlands, Engels en gym.
C
Vandaag hebben we Frans Nederlands Engels en gym.
Slide 3 - Quiz
Met of zonder hoofdletter?
A
Aardrijkskunde
B
aardrijkskunde
Slide 4 - Quiz
Met of zonder hoofdletter?
A
Pasen
B
pasen
Slide 5 - Quiz
Welke zin is juist geschreven?
A
Die les was echt geweldig!
B
Die les was echt geweldig?
C
Die les was echt geweldig
Slide 6 - Quiz
Met of zonder hoofdletter?
A
Amsterdam
B
amsterdam
Slide 7 - Quiz
Hoofdletters
Iedere zin begint met een hoofdletter.
Namen horen met een hoofdletter geschreven te worden.
Ook aardrijkskundige namen beginnen met een hoofdletter.
Ook feestdagen en historische gebeurtenissen.
Slide 8 - Slide
Welke zin is juist geschreven?
A
Heb jij al geleerd voor het proefwerk van morgen.
B
Heb jij al geleerd voor het proefwerk van morgen!
C
Heb jij al geleerd voor het proefwerk van morgen?
Slide 9 - Quiz
Korte en lange klanken
Veel woorden en namen eindigen op een klinker:
Milou, code, cadeau, spray, opa, Theo, paraplu, taxi.
Bij dubbelklanken en korte klanken is er geen uitspraakprobleem als je er letters achter zet:
Miloutje, codes, cadeautje, cadeaus, sprays.
Slide 10 - Slide
Korte en lange klanken
Bij de meeste lange klanken ontstaat er wel een uitspraakprobleem als je er letters achter zet:
opatje,
paraplutje,
taxis.
Slide 11 - Slide
Maken we het woord kleiner?
We zetten er een extra klinker tussen:
foto-fotootje
opa-opaatje
paraplu-parapluutje
taxi-axietje
Slide 12 - Slide
Let op!
Bij woorden op é zet je er een e bij en het accentteken vervalt.
-
café → cafeetje
Als je geen extra letters kunt zetten, dan gebruik je een apostrof:
-
baby → baby’tje
Bij afkortingen en tekens gebruik je ook een apostrof:
-
wc → wc’tje
Slide 13 - Slide
Zetten we het woord in het meervoud:
We gebruiken hoge komma s:
cabrio - cabrio's
camera - camera's
accu - accu's
baby - baby's
Slide 14 - Slide
Wat is goed geschreven?
A
Babies
B
Babie's
C
Baby's
D
Babys
Slide 15 - Quiz
Wat is goed geschreven?
A
Bureaus
B
Bureau's
C
Buroos
D
Buroo's
Slide 16 - Quiz
Wat is goed geschreven?
A
Opa'tje
B
Opaatje
C
Opaa'tje
D
Opáatje
Slide 17 - Quiz
More lessons like this
KERN les 21
May 2023
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
ned spelling
December 2020
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
KERN les 21
19 days ago
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Spelling 1-2
January 2021
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Spelling plot les 1 t/m 8
January 2023
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
Spelling plot les 1 t/m 6
January 2023
- Lesson with
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
TW3 Spelling Plot26
January 2024
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
Herhaling spelling
20 days ago
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2