Les extra oefening

Extra oefening 
1 / 20
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Extra oefening 

Slide 1 - Slide

Planning
  • Opdracht titratie
  • Esters
  • Verbrandingswarmte berekenen
  • Naamgeving
  • Doelenkaart nog eens bekijken.

Slide 2 - Slide

Titratie berekeningen (stappenplan)
  1. Noteer de reactievergelijking.
  2. Bereken aantal mol toegevoegde stof (liter x  molariteit)
  3. Bereken aantal mol gereageerde stof (met de molverhouding)
  4. Bereken de molariteit van de gereageerde stof (naar mol/L)

Slide 3 - Slide

Titratie 
De onbekende hoeveelheid oxaalzuur wordt opgelost in 100,0 mL demiwater. Hiervan wordt 25,00 mL gepipetteerd in een erlenmeyer en wordt getitreerd met 0,012 M natronloog. Tot kleuromslag is 12,35 mL natronloog toegevoegd. 
Bereken het aantal mg oxaalzuur dat is opgelost in 100,0 mL.
 De reactie die optreedt tijdens titreren: H2C2O4 + 2 OH- -> C2O42- + 2 H2O


Slide 4 - Slide

Titratie 
De onbekende hoeveelheid oxaalzuur wordt opgelost in 100,0 mL demiwater. Hiervan wordt 25,00 mL gepipetteerd in een erlenmeyer en wordt getitreerd met 0,012 M natronloog. Tot kleuromslag is 12,35 mL natronloog toegevoegd. 
Bereken het aantal mg oxaalzuur dat is opgelost in 100,0 mL.
 De reactie die optreedt tijdens titreren: H2C2O4 + 2 OH- -> C2O42- + 2 H2O


Slide 5 - Slide

Uitwerking
  • 0,01235 L x 0,012 mol/L = 1,48 x 10-4 mol NaOH = 1,48 x 10-4 mol OH- toegevoegd.
  • Molverhouding 1:2, dus 1,48 x 10-4 / 2 = 7,41 x 10-5 mol H2C2O4 (oxaalzuur) gereageerd.
  • Dit zat in 25,00 mL. In oorspronkelijke 100,0 mL zat x 4 = 2,96 x 10-4 mol oxaalzuur.
  • 2,96 x 10-4 mol x 90,036 g/mol = 0,027 g oxaalzuur = 27 mg.

Slide 6 - Slide

Verestering 

Slide 7 - Slide

Esters
  • Veel geur- en smaakstoffen zijn esters.
  • Condensatiereactie van een alcoholgroep met een zuurgroep.
  • Teruggaande reactie is een hydrolyse: splitst de estergroep met water.


                                    

Slide 8 - Slide

Teken de ester van ethaanzuur en propanol.

Slide 9 - Open question

sleep naar elke ester (structuur) twee stoffen (2 namen), die ontstaan, na hydrolyse van de ester.
methaanzuur
butaanzuur
ethaanzuur
butanol
ethanol
methanol

Slide 10 - Drag question

Geef de hydrolyse van de ester van ethanol en butaanzuur in structuurformules.

Slide 11 - Open question

Vormingswarmte

Slide 12 - Slide

geef de reactiewarmte van deze reactie:
4H₂ (g) + CO₂ (g) → CH₄ (g) + 2 H₂O (g)

ΔE = vormingswarmte reactieproducten - vormingswarmte beginstoffen

Slide 13 - Open question

4H₂ (g) + CO₂ (g) → CH₄ (g) + 2 H₂O (g)


H2 = 0 J per mol
CO2 = -3,935 x 105 J/mol, dus +3,935 x 105 J
CH4 =  - 0,75 x 105 J/mol
H2O (g) = -2,42 x 105 J/mol
delta E = (+3,935 - 0,75 + 2 x - 2,42) x 105 = - 1,655 x 105 J. 

Slide 14 - Slide


Schets het energiediagram van de vorige reactie.

Slide 15 - Open question

Naamgeving

Slide 16 - Slide

Wat is de correcte naamgeving?
A
4-methylhexaan
B
3-methylhexaan
C
1,2,4-dimethylbutaan
D
heptaan

Slide 17 - Quiz

wat is de systematische naam van dit alkanal?

Slide 18 - Open question

wat is de systematische naam van dit molecuul?

Slide 19 - Open question

Wat is de juiste systematische naam?
A
2-amino-2-ethanolzuur
B
2-hydroxy-2-amino-ethaanzuur
C
2-hydroxyol-2-ethaanamine
D
2-amino-2-hydroxy-ethaanzuur

Slide 20 - Quiz