Je kunt de begrippen validiteit en betrouwbaarheid omschrijven
Je kunt van een onderzoek de validiteit beschrijven
Je kunt een analyse van de betrouwbaarheid maken
Slide 2 - Slide
Wat is het probleem met dit onderzoek?
Slide 3 - Slide
Betrouwbaarheid en validiteit
Slide 4 - Slide
Hoe is de validiteit?
Enquêtevraag: "Wat vind je van dit TV-programma?"
Slide 5 - Slide
Hoe is de validiteit?
Je wilt weten hoe een groep leerlingen die op de leeftijd van 7-8 jaar in Nederland zijn komen wonen, zich hebben ontwikkeld nu ze in groep 8 zitten.
Je kiest ervoor om de CITO-scores van deze leerlingen te vergelijken met die van leerlingen die hier geboren zijn.
Slide 6 - Slide
Valide of niet?
Een onderzoek wijst uit dat veel mensen positief staan tegenover elektrisch rijden. Maar liefst 83,8 % van de ondervraagde mensen gaf aan dat hun volgende nieuw gekochte auto een elektrische auto zal zijn.
Slide 7 - Slide
Valide?
De zelfscankassa's bij de Jumbo leiden niet tot (meer) winkeldiefstel. Bij de ondervraging van 50 mensen die uit de winkel kwamen, gaf iedereen aan alle producten te hebben gescand en afgerekend.
Slide 8 - Slide
Betrouwbaar?
Lore en Laurine doen allebei een aparte meting aan de hoeveelheid glucose in een oplossing. Lore meet 0,4 g/L en Laurine 0,9 g/L.
Is de meetmethode betrouwbaar?
Slide 9 - Slide
Betrouwbaarheid/validiteit?
Twee jongens willen weten of creatine de spiermassa helpt toenemen. Ze meten in een testgroep de omtrek van de biceps bij mensen die wel en bij mensen die niet creatine gebruiken. Iedereen traint de biceps op gelijke wijze.
Bij de creatine groep is de toename van de omtrek 18% na 4 weken. Bij de controlegroep is dit 11,5%. 30 mensen per groep. Meetafwijking 2%.