De tijd die in een verhaal voorbijgaat, noem je de vertelde tijd. Ook over de vertelde tijd geeft een schrijver aanwijzingen, door bijvoorbeeld te vertellen welke dag het is of hoe laat, welke datum of hoeveel tijd later het is. De vertelde tijd in verhalen kan wisselen van slechts een paar uur tot tientallen jaren, als bijvoorbeeld een complete familiegeschiedenis wordt verteld.