25/9 paragraaf 2, Meer dan lezen, inleiding en slot 3h les 4

Lezen
inleiding en slot
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lezen
inleiding en slot

Slide 1 - Slide

Planning
  • Lezen 
  • Wat weet je nog?
  • Instructie- zelfstandig in stilte werken 

  • Exitticket
  • Afsluiten (reflectie en feedback)

Slide 2 - Slide


  1. Draai je iPad om.
  2. Ga in stilte lezen.
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Lesdoel:
Aan het einde van deze les:
  • weet je (weer) wat de functie van de inleiding en het slot zijn en welke bedoeling ze hebben;
  • heb je geoefend met het het herkennen en benomen van de functie van de inleiding en het slot;
  • heb je geoefend met leesvaardigheid.

Blauw = kennen = kennis = leren
Oranje = kunnen = met de kennis de vaardigheid oefenen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Schrijf een ding op die de vorige les hebt geleerd.
(lesstof of waar je mee geoefend hebt in de methode)

Slide 6 - Mind map

Functies van inleiding en slot
Inleiding
Slot
Het onderwerp noemen of beschrijven
Aanleiding noemen
Centrale vraag stellen
Mening schrijver geven
Samenvatting inhoud geven
Persoon/personen introduceren
Conclusie of samenvatting geven
Advies of waarschuwing geven
Toekomstverwachting uitspreken

Slide 7 - Drag question

Inleiding alinea 1
De aandacht van de lezer trekken door nieuwsgierig te maken:

  • Iets uit de actualiteit --> verkiezingen VS

  • Iets uit de geschiedenis --> verkiezingen VS van vier jaar terug

  • Een voorbeeld, zoals een kort verhaaltje (anekdote) of een eigen ervaring --> eigen ervaring bij laatste verkiezingen in NL

  • Iets wat voor de lezer van persoonlijk belang is --> heb je door dat wat er in de VS gebeurt, ook hier nadelige gevolgen heeft...

  • Tot de verbeelding sprekende cijfers rondom het probleem --> opkomst in 2020 was 66,8%, Joe Biden haalde ruim 81 miljoen stemmen, Donald Trump ruim 74 miljoen.

Slide 8 - Slide

Inleiding alinea 2
Het onderwerp introduceren.
  • Een hoofdvraag (en eventueel deelvragen) stellen--> De Amerikaanse kiezer zal kleur moeten bekennen. Zal de VS rood blijven of toch weer blauw kleuren?

  • Een probleem formuleren. -->  Onder Trump is de gemiddelde Amerikaan er financieel op vooruitgegaan. De staatsschuld is daarmee echter ook de pan uit gerezen. 

  • Een standpunt geven --> De VS zou meer kleuren moeten hebben dan rood en blauw!

Slide 9 - Slide

Slot + hoofdgedachte
  • Antwoord op de hoofdvraag uit de inleiding --> 
Vraag inleiding: Zal de VS blauw blijven of toch weer rood kleuren? 

(Alinea middenstuk: De website Real Clear Polling (RCP), die een gemiddelde neemt van een groot aantal gezaghebbende peilers, dicht Harris een voorsprong van 1,7 procentpunt toe in de landelijke peilingen. De Republikeinse kandidaat staat op 47.3 procent kans om president te worden, Kamala Harris op 49 procent. 
Bron: EWmagazine)

--> slot  antwoord vraag inleiding + hoofdgedachte
Met een kleine voorsprong van 1,7 procentpunt, wordt het nog een spannende race voor Harris. Kortom, de vraag of de VS na november blauw zal blijven is zeker nog niet te beantwoorden, al neigt het vooralsnog  dus  nog wel die kant op. (schuin =  hoofdgedachte = conclusie)


Slide 10 - Slide

Slot + hoofdgedachte
  • Oplossing voor probleem uit de inleiding
Probleem inleiding. --> Onder Trump is de gemiddelde Amerikaan er financieel op vooruitgegaan. De staatsschuld is daarmee echter ook de pan uit gerezen. 


Slide 11 - Slide

Slot + hoofdgedachte
    (Middenstuk: De totale schuld van de VS bedroeg op 30 juni 2023 meer dan 33 biljoen dollar. Dit zorgde er deze maand al bijna voor dat de overheid op slot ging en volgende maand is er opnieuw het risico van een shutdown als het Congres gaat ruziën over de begrotingsprioriteiten.

    Als de schuldniveaus blijven stijgen, kan de federale overheid gedwongen worden om moeilijke beleidskeuzes te maken, wat gevolgen kan hebben voor bedrijven, sectoren en consumenten. Het ligt voor de hand dat dit tot structureel hogere rentes zal leiden, omdat een groter aanbod van schatkistpapier hogere rente tot gevolg zal hebben. Het kan zijn dat er hogere belastingen nodig zijn om aan de betalingsverplichtingen te voldoen. 
    Bron: Capital Group)

    Slot oplossing probleem + hoofdgedachte
    Al met al zijn er dus geen eenvoudige oplossingen voor het schuldenprobleem van de VS. Maar met een schuldenlast van 33 biljoen dollar die alleen nog maar verder oploopt zit er voor beleidsmakers niets anders op dan de situatie nu aan te pakken of in de niet al te verre toekomst de gevolgen voor de markt en de economie op te vangen. (schuin = hg = conclusie)

    Slide 12 - Slide

    Slot + hoofdgedachte
    • Herhaling van standpunt.
    Standpunt inleiding:  De VS zou meer kleuren moeten hebben dan rood en blauw!

      (Middenstuk: Als Amerikaanse kiezers het ergens over eens zijn, dan is het dat hun politieke klasse er een potje van maakt. Al jaren groeit de maatschappelijke onvrede over de federale overheid, over de verlammende loopgravenoorlog tussen beide partijen en over de corrumperende rol van geldschieters. Zowel Harris als Trump wilde zich dinsdagavond daarom presenteren als dé kandidaat die staat voor verandering. Maar dat deden ze wel op heel verschillende wijze.
      Bon: NRC)

      Slot herhaling standpunt + hoofdgedachte
      De strijd tussen rood en blauw  is de afgelopen jaren over de ruggen van de Amerikaanse kiezers gegaan. Dat houdt in dat de kiezers  weer een keuze  moeten maken tussen diezelfde partijen die de maatschappelijke onvrede juist hebben veroorzaakt.  Kiezen tussen twee kwaden, is een halve keuze, De VS zou daarom meer kleuren moeten hebben dan rood en blauw! 
      (schuin = hg = conclusie)


      Slide 13 - Slide

      Tekstverband - signaalwoord
      Tekstverband = het verband van een tekst
      --> hoe de woorden, zinnen of alinea's met elkaar verbonden zijn.

      Daar gebruiken we signaalwoorden voor.
      Signaalwoorden = een woord dat een signaal (een teken) geeft dat er iets in een alinea gaat gebeuren. Er komt bijvoorbeeld een tegenstelling aan.
      --> het woord laat met een signaal laat zien of er bijvoorbeeld
      een uitleg of voorbeeld volgt, die dus aansluit bij het woord.de zin of de alinea daarvoor.

      Elk tekstverband heeft dus bijbehorende signaalwoorden. 
      LET OP: sommige signaalwoorden (of woorden die er op lijken) kunnen ook bij andere tekstverbanden horen!

      Slide 14 - Slide

      Tekstverbanden/signaalwoorden
      Verbanden
      • chronologisch verband
      • concluderend verband
      • doel – middelverband
      • oorzakelijk verband

      • redengevend verband
      • samenvattend verband
      • toelichtend verband 
      • vergelijkend verband 


      Verbindingswoorden/signaalwoorden
      • voordat, nadat, eerst, daarna, wanneer, vroeger
      • dus, dat houdt in, concluderend, al met al
      • opdat, zodat, om te, door middel van, met behulp van
      • daardoor, doordat, als gevolg van, dat komt door, het gevolg is, dus, dankzij
      • want, omdat, daarom, dus, de reden hiervoor, dankzij,
      • kortom, samengevat, al met al, met andere woorden
      • bijvoorbeeld, zoals, denk aan, zo, als, neem nou
      • in vergelijking met, (net) als, evenals, zoals - vergelijkende trap meer dan/ groter dan /beter dan etc.

      Slide 15 - Slide

      Kernzin - alinea
      • De kernzin is de zin waarin de belangrijkste informatie staat, de kern van de boodschap en DAARNA komt de rest (uitleg en voorbeelden).
      • De kernzin gaat altijd over het onderwerp en moet dus betrekking hebben op het onderwerp dat je bepaald hebt.
      • De kernzin gaat VAAK over wie (doet/vindt/wil/overkomt) en/of wat (wil/doet/vindt de wie of gebeurde er met de wie) en NOOIT over waarom 
      • In de kernzin staat GEEN uitleg of voorbeeld.
      • De kernzin is meestal de de eerste zin in de alinea en soms de tweede of de laatste zin
      • Je stelt jezelf de vraag: waar gaat deze alinea over?



      Slide 16 - Slide

      Hoofdgedachte
      • De hoofdgedachte is een (door jezelf bedachte) samenvatting in één zin.
      • De hoofdgedachte is het onderwerp + dat wat daarover verteld wordt.


      Het stappenplan om de hoofdgedachte te vinden:
      • Wat zegt de schrijver van de tekst over het onderwerp? 
      • De hoofdgedachte is altijd één complete zin.
      • Je vindt de hoofdgedachte meestal in de inleiding of in het slot van een tekst, dus lees die twee gedeelten goed!
      --> Let op: de hoofdgedachte is nooit een vraag!

      Slide 17 - Slide

      Werk voor deze les + huiswerk: 
        Pak je VIP en noteer:
        Blz. 17, opdracht 9 (in tweetallen, dus met je buurman/buurvrouw)
        Klaar = in STILTE lezen

        Wat niet af is = huiswerk
        Stel de volgende les vragen over dingen die je niet begreep!

        Slide 18 - Slide

        Lesdoel:
        Aan het einde van deze les:
        • weet je (weer) wat de functie van de inleiding en het slot zijn en welke bedoeling ze hebben;
        • heb je geoefend met het het herkennen en benomen van de functie van de inleiding en het slot;
        • heb je geoefend met leesvaardigheid.

        Blauw = kennen = kennis = leren
        Oranje = kunnen = met de kennis de vaardigheid oefenen

        Slide 19 - Slide

        Inleiding
        Middenstuk
        Slot
        Inleiding
        Middenstuk
        Middenstuk
        Slot

        Slide 20 - Drag question

        Ik weet wat de functies van de inleiding en het slot zijn en welke bedoeling ze hebben.

        😒🙁😐🙂😃

        Slide 21 - Poll

        Reflectie:
        Wat ging bij jou goed tijdens deze les?
        Wat kan nog iets beter? Wat ga je daarvoor doen?

        Slide 22 - Open question

        Feedback
        Wat vond je fijn/goed aan deze les?
        Wat zou je liever anders zien?

        Slide 23 - Open question