This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
herhaling vorige les
Slide 1 - Slide
Dierlijke cel
Plantaardige cel
Slide 2 - Drag question
celkern
Cytoplasma
bladgroenkorrel
Celwand
celmembraan
plantaardige cel
dierlijke cel
Slide 3 - Drag question
2.4 De celkern
Slide 4 - Slide
leerdoelen:
2.4.8 Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen.
2.4.9 Je kunt de bouw en functie van DNA beschrijven.
Slide 5 - Slide
Celkern
Regelt alles wat er in een cel gebeurt.
Slide 6 - Slide
In de celkern liggen chromosomen
Je lichaam is opgebouwd uit lichaamscellen.
In elke celkern in je lichaam liggen chromosomen.
Dit zijn langgerekte dunne "draden".
Je kunt de chromosomen alleen onder de microscoop zien als een cel zichzelf gaat kopiëren.
Slide 7 - Slide
Hoeveel Chromosomen?
Elke lichaamscel van een mens bevat 46 chromosomen
Voorbeelden hiervan zijn: beencel, hersencel, maagwand cel, huidcel, etc.
Per organisme verschilt het aantal chromosomen
bijvoorbeeld een egel 88 en een vlieg 12
Slide 8 - Slide
celkern
In de celkern van dieren, planten en schimmels liggen chromosomen.
Chromosomen zijn dragers van erfelijk materiaal (afkomstig van je ouders). Hierop licht de informatie voor je bijvoorbeeld je oog- huids-haarkleur, vorm van je kin, enz.
Chromosomen zijn opgebouwd uit de stof DNA
Slide 9 - Slide
De functie van DNA
in het kort: DNA is een molecuul dat al het erfelijk materiaal van een organisme bevat