1.6 Bestuiving, bevruchting en verspreiding

Bestuiving, Bevruchting en Verspreiding
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bestuiving, Bevruchting en Verspreiding

Slide 1 - Slide

Wat is Bestuiving:
  •  Het overbrengen van stuifmeel van een meeldraad op de stempel van een stamper.
  • Het is alleen bestuiving als het 
      stuifmeel op de stempel van 
      een  stamper terecht komt van 
     dezelfde soort plant.

Slide 2 - Slide

Bestuiving
  • Zelfbestuiving: bestuiving van dezelfde bloem, of een andere bloem op dezelfde plant
  • Kruisbestuiving: bestuiving van een bloem op een andere plant (zelfde soort) 
Stuifmeelkorrels komen op de stempel 

Slide 3 - Slide

Insectenbloem
Windbloem

Slide 4 - Slide

Bevruchting
  • Stuifmeelkorrel op stamper vormt stuifmeelbuis
  • Eicel in zaadbeginsel
  • stuifmeelbuis groeit door de stijl
  • Kern van stuifmeelkorrel versmelt zich met de kern van de eicel: dat is de bevruchting

Slide 5 - Slide

Na bevruchting
Zaad- en vruchtbeginsel groeien
Kroonbladeren + meeldraden vallen af
Vruchtbeginsel wordt langer
Bloemkelk en stijl verschrompelen.

Boon rijp? zaadhuid wordt donkerder
Vrucht breekt open en zaden komen vrij.

Slide 6 - Slide




Sommige vruchten bevatten vruchtvlees: het zachte, soms eetbare gedeelte van de vrucht. Vruchtvlees kan ontstaan uit het vruchtbeginsel of uit de bloembodem. In afbeelding 3 zie je de ontwikkeling van bloem tot vrucht bij een appel.

Slide 7 - Slide

Appels, kersen, tomaten en peulen zijn vruchten. Bonen, erwten en de pitten in appels, kersen en tomaten zijn zaden. In sommige vruchten zit maar één zaad, in andere vruchten zitten meerdere zaden. Een meloen kan meer dan honderd zaden bevatten. Voor elk van deze zaden is de kern van de eicel in een zaadbeginsel versmolten met de kern van een stuifmeelkorrel.

Slide 8 - Slide


Door de plant zelf:
Verspreiding van vruchten en zaden

Slide 9 - Slide

Door wind

Slide 10 - Slide

Door dieren

Slide 11 - Slide

Door poep

Slide 12 - Slide

Maak nu opdracht 1 t/m 17
Werk eerst in stilte (rood)
Overleg daarna (fluisterend) met je buurman/vrouw (groen)

timer
20:00

Slide 13 - Slide

Wat moet je weten?
  • Meeldraden: helmdraad, helmknop: helmhokje, stuifmeelkorrels (mannelijk) . Stamper: stempel, stijl, vruchtbeginsel: zaadbeginsels: kern, eicel (vrouwelijk)
  • Bestuiving: overbrengen stuifmeel van meeldraad op stempel van stamper . Zelfbestuiving: dezelfde bloem of andere bloem op dezelfde plant bestuiven. Kruisbestuiving: bloem van een andere plant bestuiven (insectenbloemen, windbloemen)
  • Bevruchting: stuifmeelkorrel op stempel vormt stuifmeelbuis, kern stuifmeelkorrel versmelt met kern eicel in vruchtbeginsel. Eén stuifmeelkorrel kan één eicel bevruchten. (Geslachtelijke voortplanting) , voor elke bevruchtte eicel ontstaat een zaadje, bloembodem kan vruchtvlees worden
  • Verspreiding vruchten en zaden: door plant zelf, door de wind, door dieren

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

wind
dieren
plant zelf

Slide 16 - Drag question

Hoeveel eicellen zijn bevrucht als er honderd zaden ontstaan?
A
50
B
1
C
200
D
100

Slide 17 - Quiz

Hoeveel stuifmeelbuizen zijn minstens gegroeid door deze stijl als er honderd zaden ontstaan?
A
200
B
100
C
1
D
50

Slide 18 - Quiz

Een passievrucht is ontstaan uit een passiebloem.
In deze passievrucht zitten honderd zaden.
Hoeveel stuifmeelkorrels zijn nodig geweest om honderd zaden te laten ontstaan?
A
1
B
50
C
100
D
200

Slide 19 - Quiz

Groeien uit tot een vrucht
Groeien uit tot een zaad
Vallen af
Verschrompelen
Kroonbladeren
Meeldraden
Bloemkelk
Vruchtbeginsel
Zaadbeginsel met bevruchte eicel

Slide 20 - Drag question

Wat gebeurd er na bevruchting met de bloemkelk?
A
Groeit uit tot vrucht
B
Groeit uit tot bloem
C
Verschrompelt
D
blijft gewoon een bloemkelk

Slide 21 - Quiz

Kijk goed!
Heeft hier bestuiving plaatsgevonden?
Heeft hier bevruchting plaatsgevonden?
A
wel bestuiving, geen bevruchting
B
zowel bestuiving als bevruchting
C
geen bestuiving, wel bevruchting
D
geen bestuiving, geen bevruchting

Slide 22 - Quiz

Hoeveel zaadbeginsels zie je hier?
A
1
B
2
C
5
D
10

Slide 23 - Quiz

In welk onderdeel van een bloem vindt bevruchting plaats?




A
Helmknop
B
Stempel
C
Stijl
D
Vruchtbeginsel

Slide 24 - Quiz


Wat is de juiste volgorde?
Eerst moet de stuimeelkorrel op de stempel komen.
Daarna groeit deze naar beneden.
Als hij bij het zaadbeginsel is aangekomen kan hij de eicel bevruchten
A
groei stuifmeelbuis, bestuiving, bevruchting, zaadvorming
B
zaadvorming, groei stuifmeelbuis, bestuiving, bevruchting
C
zaadvorming, groei stuifmeelbuis, bevruchting, bestuiving
D
bestuiving, groei stuifmeelbuis, bevruchting, zaadvorming

Slide 25 - Quiz

windbloem
Insektenbloem

Slide 26 - Drag question

Insectenbloem
Windbloem
Gekleurde kroonbladen
Nectar
Veel stuifmeelkorrels
Gladde stuifmeelkorrels
Groene kleine flut bloemetjes
Kleverige stuifmeelkorrels
Geurend
Stamper hangt buiten de kroonbladen 
Meeldraad hangt buiten de kroonbladen 

Slide 27 - Drag question