Hersenen en Hersenletsel 6-12

Hersenen en Hersenletsel
1 / 39
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Hersenen en Hersenletsel

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Uit welke kwabben bestaan onze grote hersenen?
A
Onderhoofdskwab, wandbeenkwab, slaapkwab, achterhoofdskwab
B
Voorhoofdskwab, wandbeenkwab, slaapkwab, achterhoofdskwab
C
Voorhoofdskwab, wandbeenkwab, snurkwab, achterhoofdskwab
D
Voorhoofdskwab, wandarmkwab, slaapkwab, achterhoofdskwab

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Welke kwab is belangrijk voor ons gehoor?
A
Voorhoofdskwab/ Frontaalkwab
B
Achterhoofdskwab / Occipitaalkwab
C
Wandbeenkwab/ Parietaalkwab
D
Slaapkwab/ Temporaalkwab

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Welke kwab is belangrijk voor ons zicht?
A
Voorhoofdskwab/ Frontaalkwab
B
Achterhoofdskwab / Occipitaalkwab
C
Wandbeenkwab/ Parietaalkwab
D
Slaapkwab/ Temporaalkwab

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Welke kwab is belangrijk voor het verwerken van de informatie van onze zintuigen?
A
Voorhoofdskwab/ Frontaalkwab
B
Achterhoofdskwab / Occipitaalkwab
C
Wandbeenkwab/ Parietaalkwab
D
Slaapkwab/ Temporaalkwab

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Geheugen
De Neuropsycholoog aan het woord

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat is NAH ?

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

Heb je weleens te maken gehad met iemand met NAH?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Filmpje
Het volgende filmpje is gemaakt door iemand met NAH.
Je krijgt een inkijkje in hoe zij de wereld beleeft en wat er wordt bedoeld wanneer wij zeggen dat iemand overprikkeld raakt.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Ervaringsdeskundige over NAH

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Hoe vaak komt het voor? 
In 2016 waren er volgens het RIVM 645.900 mensen in Nederland bekend bij de huisarts die een of andere vorm van hersenletsel als gevolg van bijvoorbeeld een herseninfarct, ongeluk, tumor, hartstilstand, hersenbloeding of operatie hebben opgelopen.

Hebben jullie op je stage of wellicht in je privéleven te maken gehad met NAH? Zo ja, wat zag je bij deze persoon? 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

NAH: Niet aangeboren Hersenletsel
  • NAH ontstaat: na de geboorte (dus niet met, of rond de geboorte).
  • Het kan ontstaan door verschillende oorzaken, maar leidt tot een breuk in de levenslijn. Door deze breuk is er sprake van een veranderd leven. Er is een tijd van vóór en een tijd ná het hersenletsel.
  • Hersenletsel verandert mensen, bijna niemand wordt weer zoals hij of zij was. 
  • NAH is geen diagnose maar een verzamelnaam van allerlei aandoeningen in het brein.  Je spreekt bij NAH van twee categorieen. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

1. Traumatische hersenletsel (NAH)
Ontstaat door ''geweld'' van buitenaf.
Bijv.
  • een (verkeers)ongeluk met als gevolg hersenletsel
  • een val op het hoofd
  • een klap op het hoofd met een zwaar voorwerp
  • een schietpartij (kogel in het hoofd)
  • een operatieve ingreep.


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

2. Niet traumatisch hersenletsel
Ontstaat door een proces in het lichaam.  (inwendige oorzaak) Bijv.
  • zuurstofgebrek van de hersenen
  • bijv. bij verdrinking of verstikking
  • stoornis in de bloedtoevoer naar de hersenen (bijv. bij een hersen-bloeding of bij een hartstilstand)
  • stofwisselingsstoornis
  • epilepsie
  • COVID 19 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Traumatisch hersenletsel
Niet traumatisch hersenletsel
Hersenkneuzing
Herseninfarct
Zwangerschapscomplicaties
Whiplash
Zuurstofgebrek

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Video

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Gevolgen van hersenletsel 
Hersenletsel heeft verschillende gevolgen…daar waar de beschadigingen zijn, zal functieverlies optreden, beschadiging van het ene gebied heeft gevolgen voor het andere gebied
.
Gevolgen op:
- Lichamelijk gebied
- Emotioneel gebied 
- Cognitieve gevolgen 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

zichtbare gevolgen

Slide 25 - Slide

Lichamelijke gevolgen
Verlamming:
• hemiplegie: verlamming van één zijde van het lichaam.
• hemiparese: gedeeltelijke verlamming of verlies van spierkracht aan één zijde van het lichaam.
• halfzijdige gevoelsstoornissen (vrijwel altijd aan de kant van de verlamming). Per persoon kan het
verschillen welk gevoel verminderd is (pijn, warmte, koude, houding, beweging, tast).
Hemianopsie:
• één helft van het gezichtsveld is uitgevallen. De oorzaak ligt in de hersenbeschadiging, er is niets
mis met de ogen (ook kan de helft van het gehoor uitgevallen zijn).
Incontinentie of niet goed uit kunnen plassen.
Epilepsie: de grootste kans hierop bestaat in de eerste maanden na een beroerte. De aanvallen kunnen zowel geheel als gedeeltelijk zijn.
Zichtbare lichamelijke gevolgen
  • Hemiplegie: verlamming van één zijde van het lichaam.
  • Hemiparese: gedeeltelijke verlamming of verlies van spierkracht aan één zijde van het lichaam. 
  • Halfzijdige gevoelsstoornissen: (vrijwel altijd aan de kant van de verlamming). Per persoon kan het verschillen welk gevoel verminderd is (pijn, warmte, koude, houding, beweging, tast). 
  • Hemianopsie: één helft van het gezichtsveld is uitgevallen. De oorzaak ligt in de hersenbeschadiging, er is niets mis met de ogen. 


Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Zichtbare lichamelijke gevolgen
  • Incontinentie of niet goed uit kunnen plassen.

  • Neglect: verwaarlozing van een lichaamshelft en een deel van de ruimte om de persoon heen zonder zich hier bewust van te zijn.

  • Epilepsie: de grootste kans hierop bestaat in de eerste maanden na een beroerte. De aanvallen kunnen zowel geheel als gedeeltelijk zijn.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

onzichtbare gevolgen
  • cognitief
  • Gevolgen op gebied van communicatie
  • Gedragsmatige gevolgen
  • Emotionele gevolgen

Slide 28 - Slide

Cognitieve gevolgen:
• Aandacht- en concentratiestoornissen: moeite met concentreren en verdelen van aandacht; trageresnelheid van denken en informatieverwerking.
• Overgevoeligheid voor externe prikkels: overgevoelig voor geluid en/of lichtovergevoeligheid.
• Geheugenstoornissen: opgeslagen informatie niet meer (goed) kunnen oproepen; problemen met opslaan van informatie in het korte termijn- en/of langetermijngeheugen, voorwerpen of gezichten niet
meer kunnen herkennen (agnosie).
• Stoornissen in de planning en uitvoering van doelgerichte activiteiten: problemen met het formuleren
van doelen; moeite met meervoudige dagelijkse activiteiten zoals koffiezetten of koken (apraxie).
• Constante vermoeidheid: 70% van de getroffenen heeft last van vermoeidheid, die ongewoon en extreem is. Deze vermoeidheid kan niet in verband gebracht worden met inspanning en is van lange duur.
Gevolgen op gebied van communicatie:
• Taalstoornissen: moeite met vinden van woorden, problemen met het vormen of begrijpen van taal
(afasie); gebruik van rare woorden en zinnen; gebruik van lange zinnen of te veel praten; informatie
letterlijk nemen in plaats van figuurlijk.
• Spraakstoornissen: als de spieren van de mond verlamd zijn of niet gecoördineerd kunnen bewegen,
wordt de spraak moeilijk verstaanbaar (dysartrie).
Gedragsmatige gevolgen:
• Niet kunnen leren van ervaringen: geen of verminderd ziekte-inzicht kan leiden tot overmoedig en
riskant gedrag; zelfoverschatting.
• Verstoorde controle: ongeduldig; impulsief; rusteloos of gejaagd; prikkelbaar; agressief.
• Verlies van zelfredzaamheid: dit kan leiden tot terugtrekking en weinig initiatief.
Emotionele gevolgen:
• Als direct resultaat van de schade die is veroorzaakt: vaak is er een depressieve stemming, soms een
overmatige vrolijkheid. Soms wisselen depressieve perioden en perioden waarin het beter gaat elkaar
steeds af. Andere karakterveranderingen die kunnen optreden: sociaal onaangepast gedrag; vloeken
en agressiviteit; snel huilen; verhoogde prikkelbaarheid; veranderd gevoel voor humor.
• Als reactie van de getroffene op de klachten of op de reacties van de omgeving: voorbeelden zijn:
gebrekkig zelfvertrouwen; somberheid en depressie; onzekerheid; angst voor het optreden van een
nieuwe beroerte; gevoelens van frustratie en machteloosheid
Wat betekent de chronische fase
A
Dit is de fase wanneer het letsel net is gebeurd
B
De herstelfase, dat je alles opnieuw leert
C
De fase waarin je alles evalueert
D
Dat duidelijk wordt hoe je leven er met letsel uitziet

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Zichtbare gevolgen
Onzichtbare gevolgen
Geheugenstoornissen
Hemiparese
Verstoorde controle
Taalstoornissen
Hemianopsie
Concentratiestoordnissen

Slide 30 - Drag question

This item has no instructions

gevolgen in het dagelijks leven
  • Hersenletsel als breuk in de levenslijn 
  • Grotere afhankelijkheid van anderen
  • Woonsituatie niet meer geschikt, ‘gedwongen’ verhuizing
  • Een kleinere wereld
  • Minder goed zien, horen, ruiken
  • Problemen in relaties
  • Gevolgen voor werk, arbeidsparticipatie
  • Gevolgen voor vrijwilligerswerk en deelnemen aan sociale activiteiten
  • Heroverwegen van ‘wat is belangrijk in het leven’
  • Een moeilijk gevolg: gebrek aan ziekte-inzicht
  •  Gevolgen voor de naasten



Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Gevolgen voor de relatie
Toekomstbeeld spat uit een
Hoe geef je nog vorm aan een bestaande relatie
Hoe ontstaan nieuwe relaties
Wat is haalbaar........

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Opdracht


maak in tweetallen een folder voor een mantelzorger waarin je uitleg en ondersteuning geeft bij Afasie en Dysartrie

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Wat neem je mee uit deze les?

Slide 34 - Mind map

This item has no instructions

Afasie, Apraxie en Agnosie
  1. Afasie is het verlies van het vermogen om taal te spreken en/of gesproken taal te begrijpen.  
2. Apraxie is het onvermogen om kleine complexe handelingen te verrichten
3. Agnosie is het onvermogen gehoors-, gezichts-, reuk-, smaak- en gevoelsprikkels te herkennen

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Video

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Katatonie
Een toestand met specifieke bewegingsstoornissen/motorische symptomen. ​

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Kenmerken van katatonie
Door een katatonie kun je je op verschillende manieren gaan gedragen. Soms beweeg je urenlang. Of je bent juist heel lang stijf en stil. Als patiënt begrijp je zelf niet goed wat er tijdens de katatonie gebeurt.







Slide 39 - Slide

Kenmerken van katatonie
Door een katatonie kun je je op verschillende manieren gaan gedragen. Soms beweeg je urenlang. Of je bent juist heel lang stijf en stil. Als patiënt begrijp je zelf niet goed wat er tijdens de katatonie gebeurt.
Er zijn meer dan 12 kenmerken waaraan iemand in je omgeving kan herkennen dat je katatonisch bent. Er is sprake van een katatonie als je minstens 3 van deze kenmerken hebt.
Dit zijn een paar belangrijke kenmerken van katatonie:
je reageert niet goed of helemaal niet op de omgeving
je lichaam staat in een bepaalde stand en blijft in deze houding
je praat niet meer
je maakt steeds dezelfde beweging
je trekt rare gezichten
je doet iemand na