3B H1 organen en cellen

Organen en cellen

1 / 28

Slide 1: Slide

BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Organen en cellen

Slide 1 - Slide

organismen

levende wezens

bestaan uit cellen

Slide 2 - Slide

levensverschijnselen

Slide 3 - Slide

levensloop

Slide 4 - Slide

levens cyclus

Slide 5 - Slide

B2
De bouw van een organsime

Slide 6 - Slide

Doel van de les:

Je kunt omschrijven wat weefsels zijn.
Aangeven wat een organen zijn en ook weten waar ze zitten in het lichaam.
Organisatieniveaus weergeven van klein naar groot.

Slide 7 - Slide

rode bloedcel

Vorm: rond

Kan makkelijk door bloedvat

zenuwcel

Vorm: met lange uitlopers

Kan makkelijk contact maken met verschillende cellen

Soorten cellen

Botcel

Spiercel

Slide 8 - Slide

Weefsel

Groep cellen met dezelfde vorm & functie (taak) vormt een weefsel

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Orgaan

een deel van een organisme met een of meer functies

Slide 11 - Slide

Orgaanstelsels

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

orgaanstelsels werken samen

Slide 14 - Slide

De microscoop

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

oculair

tubus

statief

preparaatklemmen

tafel

grote stelschroef

kleine stelschroef

lamp

diafragma

objectieven

revolver

Slide 17 - Drag question

plantaardige & dierlijke cellen

Slide 18 - Slide

Dierlijke cel

Slide 19 - Slide

plantaardige cel

bladgroenkorrel

Slide 20 - Slide

Veschillen

Slide 21 - Slide

fotosynthese

water

koolstofdioxide

zuurstof

GLUCOSE

Slide 22 - Slide

Korrels in het protoplasma van de plantaardige cel

Bladgroenkorrels: groene korrels voor fotosynthese

Kleurstofkorrels: kleur korrels die de vrucht of de bloem een kleur geven. Bladgroenkorrels kunnen overgaan in kleurstofkorrels

Zetmeelkorrels: deze zijn kleurloos en bevatten reservestoffen die meestal in wortels van planten zitten

Slide 23 - Slide

Chromosomen

In de celkern van ieder organisme bevinden zich chromosomen die de erfelijke eigenschappen bevatten. Deze erfelijke eigenschappen bevinden zich op het DNA, dat is een eiwit.

Chromosomen zijn lange dunne draden in de celkern en komen in paren voor.

Niet zichtbaar met een microscoop alleen als zij zich gaan delen

Slide 24 - Slide

Dit is een chromosomenportret
Mensen hebben 23 paren chromosomen.
Totaal 46 chromosomen.
Behalve de Y en X chromosomen zijn de paren gelijk aan elkaar.

Slide 25 - Slide

Elk organisme heeft een vast aantal chromosomen in zijn celkern.
De celkern van een lichaamscel van de mens bevat 46 chromosomen.

Aantal chromosomen

Slide 26 - Slide

Mitose

Mitose:

Gewone celdeling
Dochtercellen identiek aan moedercel
Hetzelfde genotype

Slide 27 - Slide

verloop mitose

kopiëren

en spiraliseren, chromosomen worden zichtbaar met microscoop

kerndeling

celdeling

Slide 28 - Slide