What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Venir
venir = komen
revenir = terugkomen
devenir = worden
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
venir = komen
revenir = terugkomen
devenir = worden
Slide 1 - Slide
Venir - présent / tegenwoordige tijd
Nederlands
Frans
Ik kom
Je viens
Jij komt
Tu viens
Hij / Zij / Men komt
Il / Elle / On vient
Wij komen
Nous venons
Jullie komen / U komt
Vous venez
Zij komen
Ils / Elles viennent
Slide 2 - Slide
venir = komen
revenir = terugkomen
devenir = worden
Slide 3 - Slide
Welke vorm van venir hoort bij JE?
A
viens
B
viennent
C
vient
D
vien
Slide 4 - Quiz
Welke vorm van venir hoort bij ELLE?
A
viens
B
vient
C
vien
D
viennent
Slide 5 - Quiz
Vertaal: zij komen
A
ils viennent
B
elles vennent
C
elles viennent
D
ils vennent
Slide 6 - Quiz
Vertaal: wij komen
A
vous venez
B
nous venons
C
ils viennent
D
nous viennons
Slide 7 - Quiz
Venir - passé composé
Nederlands
Frans
Ik ben gekomen
Je suis venu(e)
Jij bent gekomen
Tu es venu(e)
Hij is gekomen / Zij is gekomen / Men is gekomen
Il est venu / Elle est venue / On est venu(e)(s)
Wij zijn gekomen
Nous sommes venu(e)s
Jullie zijn gekomen / U ben gekomen
Vous êtes venu(e)(s)
Zij zijn gekomen
Ils sont venus / Elles sont venues
Let op: venir wordt met être vervoegd, dus je moet soms iets aan het voltooid deelwoord toevoegen
Slide 8 - Slide
Vertaal in het Frans: Hij is gekomen
A
on est venu
B
il est venu
C
ils sont venus
D
il vient
Slide 9 - Quiz
Vertaal in het Frans: Wij zijn gekomen
A
Nous sommes venu(e)s
B
Vous êtes venu(e)(s)
C
ils sont venus
D
ils sont venu(e)(s)
Slide 10 - Quiz
Vertaal in het Frans: U bent gekomen
A
Vous êtes venus
B
Vous êtes venu
C
Vous êtes venue
D
Vous êtes venues
Slide 11 - Quiz
Wat betekent venir?
A
gaan
B
komen
C
vertrekken
D
lopen
Slide 12 - Quiz
Je ..... de France. (ik kom)
A
viens
B
vient
Slide 13 - Quiz
Nous .... souvent ici. (wij komen)
A
venez
B
venons
Slide 14 - Quiz
Jean et Paul (komen)
A
Jean et Paul vient
B
Jean et Paul vennent
C
Jean et Paul viennont
D
Jean et Paul viennent
Slide 15 - Quiz
Even checken ..
Slide 16 - Slide
More lessons like this
Venir
May 2023
- Lesson with
18 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Venir
April 2024
- Lesson with
17 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
11 november werkwoord venir 3Ha
November 2020
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
3V Ch2 Bron G
March 2021
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
23.11 Venir
May 2023
- Lesson with
20 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Venir
May 2023
- Lesson with
11 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Venir
June 2024
- Lesson with
11 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
A2: Grammaire I - Le verbe Venir
May 2020
- Lesson with
20 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2