Belangrijke thema's hoofdstuk 1

W
Introductie
Vandaag:
  • Introductie
  • Uitleg belangrijke thema's H1

1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

W
Introductie
Vandaag:
  • Introductie
  • Uitleg belangrijke thema's H1

Slide 1 - Slide

H1: Onderzoek doen
BVJ havo 4

Slide 2 - Slide

Organisatieniveau's
Zie afb. 8, blz. 13.
Een organisatieniveau is een bepaald niveau (qua formaat) waarmee je de natuur of organismen kunt bestuderen. Kleinste niveau: molecuul. Grootste: biosfeer.
Voorbeeld: als je waterpestcellen bekijkt onder de microscoop, ben je onderzoek aan het doen op het organisatieniveau van de cel.

Leer de niveau's van klein naar groot!

Slide 3 - Slide

Emergente eigenschap
Een eigenschap die voor het eerst aanwezig is. Eén organisatieniveau daaronder, was die eigenschap er nog niet.
Voorbeeld: één voetballer kan niet samenspelen. Een heel team wel. 'Samenspelen' is dus een ermergente eigenschap van het organisatieniveau 'populatie'.

Slide 4 - Slide

Vorm en functie denken
Koppel de vorm aan de functie. Verwacht een vraag als:

'Noem het verband tussen de vorm van de kop en tong van een miereneter en hun functie'.

Slide 5 - Slide

Onderzoek doen
Hoe gaat onderzoek? Moet je weten; komt vraag over!

Altijd twee groepen: experimentgroep en controlegroep.
Binnen beide groepen alle omstandigheden hetzelfde, behalve datgene waar je het effect van wil weten. Bv: ene groep drinkt drankje met cafeïne, andere groep drinkt zelfde drankje min de cafeïne.

Controlegroep is om andere invloeden op het resultaat uit te sluiten.
Wat je doet met controlegroep wordt ook wel controleproef of blancoproef genoemd. 

Slide 6 - Slide

Goed onderzoek
Experimentgroep en controlegroep,
Die maar variëren in 1 factor.
Grote groepen proefpersonen
Langdurig onderzoek
Herhaalbaar door andere personen

Slide 7 - Slide

Bedenk zelf hoe...
Je zou onderzoeken of de hoeveelheid licht van invloed is op de kiemingssnelheid van tuinkerszaadjes.

Slide 8 - Slide

Slecht onderzoek
Pietje drinkt een blikje Red Bull, gaat leren voor de test en haalt er een goed cijfer voor.  Hij zegt: "ik heb onderzoek gedaan naar het effect van Red Bull en ik kan je zeggen: het helpt bij de concentratie." Welke fout maakt hij? Hoe zou jij het doen?

Slide 9 - Slide

Betrouwbaarheid

Toevallige fouten worden gemaakt als resultaten onder verschillende omstandigheden bepaald worden. 

Een onderzoek is betrouwbaar als toevallige fouten zoveel mogelijk vermeden worden. 

Slide 10 - Slide

Validiteit
Een onderzoek is valide als je meet wat je wíl meten. 

Voorbeeld: alcoholcontrole met vragen of een blaasapparaat.

Slide 11 - Slide

Niet vergeten te leren
Blz 22 en 23

De samenvatting achterin
Met name de thema's in deze LessonUp!

Slide 12 - Slide