Herhalen H3 (V4)

Herhalen H3 (V4)
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhalen H3 (V4)

Slide 1 - Slide

Belangrijke concepten H3:
Afhankelijke / Onafhankelijke variabele
Betrouwbaarheid / Validiteit 
Controle groep / Blanco / Nulmeting
Plagiaat / Collegiale toetsing 
Opzetten experiment:
- Formuleren onderzoeksvraag
- Hypothese opstellen
- Werkwijze
- Resultaten weergeven
- Conclusie trekken
Typen onderzoek:
- Experimenteel (hypothese toetsend)
- Beschrijvend
- Ontwerpend
Typen diagrammen:
- Histogram            - Staafdiagram
- Lijndiagram         - Strooidiagram
- Cirkeldiagram     - Stapeldiagram



Belangrijke vaardigheden H3:
  • Interpreteren data uit grafieken en tabellen
  • Spreiding / Standaard deviatie in dataset bepalen 
  • Berekeningen uitvoeren met juiste significantie 
  • Best passende diagram kunnen kiezen bij een gegeven dataset

Slide 2 - Slide

Onafhankelijke / afhankelijke variabele
De onafhankelijke variabele = de variabele die je weet
De afhankelijke variabele  = de variabele die je meet

In een diagram staat:
de onafhankelijke variabele op de x-as 
de afhankelijke variabele op de y-as

Slide 3 - Slide

Betrouwbaarheid

Krijg ik elke keer hetzelfde resultaat als ik het experiment vaker uitvoer?

Hoe kun je betrouwbaarheid verhogen:
- Duplo experiment
- Veel meetpunten / testpersonen / organismen
- Nauwkeurig werken
Validiteit

Weet ik zeker dat ik meet wat ik wil meten? 

Hoe kun je validiteit verhogen:
- Goed controle experiment opzetten
- Ervoor zorgen dat het meetinstrument dat je gebruikt niet kan worden beïnvloedt door verstorende variabelen

Slide 4 - Slide

Controlegroep
Bij een experimenteel onderzoek is een goede controlegroep erg belangrijk.

Er mag slechts 1 variabele verschillen tussen controlegroep en de experimentgroep

Voorbeeldvraag:
Je bent een medisch wetenschapper en denkt dat je een stof hebt geholpen die mensen kan helpen bij psoriasis. Je verwerkt je stof in een zalfje. Nu ga je een experiment opstellen:
Je selecteert 100 mensen met Psoriasis. 50 mensen stop je in de controlegroep en 50 in je experimentgroep. De mensen in je experimentgroep geef je natuurlijk het zalfje. Wat doe je met de mensen in de controlegroep?

Slide 5 - Slide

Kwantitatief vs kwalitatief
Kwantitatief onderzoek gaat over cijfers. Je gaat iets meten en dat uitzetten in tabellen en diagrammen.

Kwalitatief onderzoek is algemener. Je gaat iets beschrijven of waarnemen (fotograferen). De hele anatomie van mensen is bijvoorbeeld beschreven aan de hand van kwalitatief onderzoek. 

Slide 6 - Slide

Oefenen voor het ST
Maak de oefentoetsen op biologiepagina.nl:
Denk ook aan oude examenvragen!

Versterk jezelf maken op de online methode

Mogelijke leermethodes:
Beeld en woord: Maak schematische tekeningen, mind-maps van de stof
Leynman techniek 1: Probeer de stof uit te leggen aan iemand anders
Leynman techniek 2: Verdiep jezelf in de stof door vragen te bedenken over wat je leest
Braindumps: Lees een stuk van het boek. Sla het boek dicht en schrijf op wat je hebt onthouden.
Flashcards: Maak flashcards van de stof. Extra uitdaging: Leg 2 flashcards naast elkaar, wat hebben de begrippen met elkaar te maken?

Slide 7 - Slide

groeisnelheid

muziek

onafhankelijke variabele
afhankelijke variabele

Slide 8 - Drag question

Welke planten komen voor in het natuurgebied 'de Veldkamp' langs de Regge?

A
kwantitatief en experimenteel
B
kwantitatief en beschrijvend
C
kwalitatief en experimenteel
D
kwalitatief en beschrijvend

Slide 9 - Quiz

Wat is het effect van temperatuur op het % ontkieming van tuinkerszaden?


A
kwantitatief en experimenteel
B
kwantitatief en beschrijvend
C
kwalitatief en experimenteel
D
kwalitatief en beschrijvend

Slide 10 - Quiz

Wat hoort bij elkaar?
verband tussen een afhankelijke en onafhankelijke variabele als beide variabelen een coninue reeks getallen zijn.
Bij geen continue reeks van de onafhankelijke variabele gebruik je deze grafiek. 
Deze gebruik je om de aantallen of percentages van de onafhankelijke variabele per groep weer te geven. De onafhankelijke variabele kan wel een continue reeks van getallen zijn.
Als je twee metingen aan 1 object doet, waarbij geen sprake is van een afhankelijke en onafhankelijke variabele.
Staafdiagram
histogram
Strooidiagram
Lijndiagram

Slide 11 - Drag question

Wanneer is een onderzoek valide?
A
Als het onderzoek betrouwbaar is.
B
Als het onderzoek bij herhaling hetzelfde resultaat oplevert.
C
Als de onderzoeksmethode geschikt is geweest om antwoord te krijgen op je vraag.
D
Als de resultaten overeenkomen met de hypothese

Slide 12 - Quiz

2 opdrachten
Er staat een oefentoetsje voor jullie klaar op Eindexamensite.nl

Er staat een excelopdracht op Itslearning 


Slide 13 - Slide