What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
gebeurt of gebeurd
Spelling
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Spelling
Slide 1 - Slide
Spelling
1
Wanneer gebruik je
't ex- kofschip?
2
Als
je
achter een werkwoord staat, schrijf je in tt....
3
Noem een sterk werkwoord
4
Noem een werkwoord waarbij je meteen weet of er een t gebruikt wordt in tt.
5
Waar of niet waar? Het werkwoord
zwemmen
is een sterk werkwoord.
6
Raden wordt in vt meervoud raadden. Ja of nee?
Slide 2 - Slide
Gebeurt of gebeurd?
Lees onderstaande zinnen. Welke is juist?
Ik vergeet meestal mijn laptop op te laden, dat gebeurd bijna dagelijks.
Dat is mij al in vier weken niet gebeurd.
Noteer de antwoorden van onderstaande zinnen
1) Wat zou er toch (gebeuren) zijn met die leerling?
2) Wat er ook (gebeuren), we blijven vrienden.
3) Er is vorige week wat corona betreft, veel (gebeuren).
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Gebeurt of gebeurd?
Hele werkwoord (infinitief) = gebeuren
Tegenwoordige tijd = het gebeurt --> stam + t
Verleden tijd = het gebeurde --> maak het woord langer of gebruik 't ex kofschip
Voltooid deelwoord = het is gebeurd --> maak het woord langer of gebruik 't ex kofschip
Slide 5 - Slide
Tegenwoordige tijd
Zoek persoonsvorm
1. Maak stam hele werkwoord (werkwoord - EN)
2. Ik + stam
3. Jij + stam + t/ stam + je=jij
4. Hij/zij/u/het + stam + t
5. Meer personen + hele werkwoord
Slide 6 - Slide
Verleden tijd:
Bepaal eerst of het werkwoord sterk of zwak is.
Sterk:
verandert van klank
Zwak:
Achter de stam komt de(n)of te(n)
Slide 7 - Slide
Verleden tijd zwakke werkwoord
Zoek persoonsvorm
Maak Stam van het hele werkwoord
Gebruk laatste letter van de stam
In 't (x) kofschip/xtc koffieshop?
Ja = te/ten
Nee= de/den
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
't ex-kofschip
Wanneer is
dit trucje
handig?
Slide 10 - Slide
Zwak
werk
woord
Slide 11 - Slide
Die jas (bieden) je voldoende warmte.
A
bied
B
biedt
C
biet
Slide 12 - Quiz
Natuurlijk (gebeuren) er wel eens wat op het voetbalveld.
A
gebeurd
B
gebeurdt
C
gebeurt
Slide 13 - Quiz
Zorg dat je de planten in de tuin goed (onderhouden).
A
onderhoud
B
onderhoudt
C
onderhout
Slide 14 - Quiz
Gisteren (praten) de leerlingen de hele les door.
A
praten
B
praatte
C
praatten
Slide 15 - Quiz
Experts hebben de uitslag van dat onderzoek verkeerd (beoordelen).
A
beoordeelt
B
beoordeeld
C
beoordeeldt
Slide 16 - Quiz
Dat is mij al een paar keer (gebeuren).
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt
Slide 17 - Quiz
More lessons like this
Spelling tegenwoordige tijd en verleden tijd - basisregels en stappen
October 2023
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Primary Education
Age 7
Proefles o.v.t. zwakke en sterke werkwoorden, 1F
April 2018
- Lesson with
27 slides
by
SCORE Nederlands vo/mbo
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mbo
gebeurt of gebeurd
September 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
groep 8 werkwoord spelling cito
October 2024
- Lesson with
44 slides
nederlands
Primary Education
groep 7 werkwoordcito oefenen
March 2023
- Lesson with
35 slides
nederlands
Primary Education
vdn les 4
February 2022
- Lesson with
16 slides
les 4 vt, vd, ovd, bn
July 2022
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
les 4 vt, vd, ovd, bn
November 2021
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2