f pv: schelden / ond: De voor- en tegenstanders van het AZC / wwg: schelden uit / lv: elkaar
g pv: heb / ond: je / wwg: heb / lv: de beste ideeën
h pv: mag / ond: ik / wwg: mag noteren / lv: Wie van jullie
i pv: hebben / ond: Archeologen / wwg: hebben ontdekt / lv: het wrak van een Duitse onderzeeër uit de Eerste Wereldoorlog
j pv: werd / ond: een zwaard uit de tijd van de
Vikingen / wwg: werd gevonden / lv: -