4.4 Hulp bij voortplanting

4.4 Hulp bij voortplanting
1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

4.4 Hulp bij voortplanting

Slide 1 - Slide

Deze les:
- Uitleg 4.4 Hulp bij voortplanting; leerdoelen 10 en 11
- Start PO Voortplanting: oefencasus

Slide 2 - Slide

Wat is de volgordevan een zwangerschap en bevalling?
Embryo
Foetus
Ontsluiting
Uitdrijving
Nageboorte

Slide 3 - Drag question

Leerdoelen 4.4
10. Je beschrijft twee technieken om problemen met onvruchtbaarheid op te lossen.
11. Je beschrijft onderzoekstechnieken om aandoeningen bij een baby op te sporen voor en na de geboorte.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Onvruchtbaarheid (18%)
Er kunnen diverse medische oorzaken zijn waardoor de vrouw of de man onvruchtbaar of verminderd vruchtbaar is, bijvoorbeeld doordat:
- de zaadcellen van de man niet vruchtbaar zijn;
- de eileiders van de vrouw verstopt zijn;
- de eicellen van de vrouw niet vruchtbaar zijn;
- de eicellen niet goed in kunnen nestelen;
- de vrouw hormonale problemen heeft.

Soms blijft de oorzaak onbekend of gaat het om een combinatie van verminderde vruchtbaarheid bij de vrouw en de man.

 

Slide 6 - Slide

Ook leeftijd speelt een rol!
Vrouwen in Nederland beginnen steeds later aan kinderen (vanwege opleiding/baan/huis).

Gemiddeld zijn ze 31,2 jaar als ze voor het eerst moeder worden. 

Kans op een zwangerschap neemt na 25e steeds meer af. Vanaf je 30ste gaat je vruchtbaarheid in hoog tempo achteruit.
Maandelijkse kans op zwangerschap per leeftijd vrouw

Slide 7 - Slide

Voortplantingstechnieken
1. Kunstmatige inseminatie (KI/IUI), het inbrengen van sperma via een spuitje met een slangetje. 

2. In-vitrofertilisatie (IVF/ICSI), ook wel reageerbuisbevruchting genoemd. Eén of meer eicellen worden buiten het lichaam bevrucht met zaadcellen, waarna de ontstane embryo's in de baarmoeder van dezelfde of een andere vrouw geplaatst worden.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

KI(IUI): Kunstmatige inseminatie
  1. Stimulering rijping follikel (eicel). Met welk hormoon?
  2. Follikels rijp? Stimulering ovulatie. Met welk hormoon?
  3. Man levert sperma in. Korte behandeling.
  4. Inbrengen van sperma hoog in de baarmoeder.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

IVF: In Vitro Fertilisatie
  1. Stimulering rijping van meerdere follikels (eicellen)
  2. Follikels uit de ovaria halen. 
  3. Man levert sperma in. 
  4. Eicellen worden in laboratorium bevrucht (= buiten het lichaam/ In Vitro)
  5. Terugplaatsing van de zygote (na 2 tot 5 dagen). 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

IVF-ICSI
ICSI: Intra Cytoplasmatische sperma injectie

Eén zaadcel wordt direct ingebracht in een eicel. 

(behandeling bij slechte spermakwaliteit)

Slide 14 - Slide

Leerdoelen 4.4
10. Je beschrijft twee technieken om problemen met onvruchtbaarheid op te lossen.
11. Je beschrijft onderzoekstechnieken om aandoeningen bij een baby op te sporen voor en na de geboorte.

Slide 15 - Slide

Je bent zwanger! 

Slide 16 - Slide

Prenatale diagnostiek
Opsporen van aangeboren of erfelijke afwijkingen bij het ongeboren kind 
1. Echoscopie: Teruggekaatste golven (echo) geven een beeld van de baarmoeder en foetus.
2. NIPT (niet-invasieve prenatale test) (11 wk):  Bloed van de moeder bevat een beetje DNA van de placenta, dit wordt onderzocht op chromosomale afwijkingen (bijv. Down syndroom).

Slide 17 - Slide

NIPT: Non-Invasieve Prenatale Test 
(= bloedonderzoek 
moeder)

Slide 18 - Slide

Examenvraag NIPT/Downsyndroom
Wat is juist/onjuist?

Slide 19 - Slide

Prenatale diagnostiek
Opsporen van aangeboren of erfelijke afwijkingen bij het ongeboren kind 
3. Vlokkentest (10 wk): opzuigen vlokken van de placenta met cellen van het embryo, die worden onderzocht op erfelijke afwijkingen.
4. Vruchtwaterpunctie (16 wk): met holle naald via buikwand moeder opzuigen met daarin cellen van de foetus. 
Vlokkentest en vruchtwaterpunctie zijn betrouwbaarder dan de NIPT, maar niet zonder risico. Kleine kans op een miskraam.

Slide 20 - Slide

Sleep de woorden op de goede plek!
Echo
Vruchtwaterpunctie
Vlokkentest

Slide 21 - Drag question

Hielprik
Na de geboorte neemt de verloskundige/kraamverzorgster via een hielprik enkele druppels bloed af bij de baby. Dit wordt onderzocht op een aantal ernstige aandoeningen, die wel te behandelen zijn, maar (vaak) niet te genezen. Bijv. stofwisselingsziekte PKU. 

Slide 22 - Slide

Aan de slag!
- Slim stampen 4.4 (5 min)
- Maken 4.4 opdrachten bij leerdoelen 10 en 11 (via nectar digitaal)
- HW controle (4.3 af)/ vragen HW?


timer
15:00

Slide 23 - Slide

Oefencasus: Online privacy en sexting (klassikaal uitwerken)

Stel je voor dat er een situatie is waarin een leerling een naaktfoto van zichzelf heeft gemaakt en deze heeft verstuurd naar een persoon met wie hij/zij een vertrouwensband had. Deze persoon heeft echter de foto doorgestuurd naar andere mensen zonder toestemming van de leerling.





Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Brief
“Een moeder neemt contact met de directeur van de school naar aanleiding van een uit de hand gelopen verhaal van sexting. Julie, 15 jaar, had een liefdesrelatie met Maxime. Tijdens deze relatie heeft Julie naaktfoto’s van zichzelf gestuurd naar Maxime. 
Na een jaar, maakt Julie een einde aan de relatie omdat ze een iemand  anders heeft ontmoet. Maxime is zeer jaloers en publiceert alle naaktfoto’s van Julie op Facebook. Iedereen lacht Julie uit. De foto’s blijven circuleren op internet. Julie durft niet meer naar school.”

Slide 26 - Slide

Betrokkenen
- De zender (= de sexter) > Julie
- De ontvanger > Maxime
- De toeschouwers > de vrienden en andere
leerlingen van de school die de foto’s zien op Facebook
- De school
- De ouders

Slide 27 - Slide

PO Groepsindeling
#
Namen
1
Ajet, Kick, Florine, Selin
2
Jurrian,  Maas, Farah, Tess
3
Flynn, Olivier, Jolijn, Tara
4
Hero, Thijn, Julia, Dana
5
Hidde, Tim, Lara, 
6
Daniël, Vasco, Lianne

Slide 28 - Slide

Stap A: Analyseer de verschillende rollen
Analyseer de verschillende rollen in de casus, zoals slachtoffer, dader en andere betrokkenen (klasgenoten/docenten/ouders): 
- Beschrijf de ethische dilemma's die zich bij hen kunnen voordoen (hoe correct te handelen?) 
- Geef je mening over wie welke verantwoordelijkheid heeft en waarom. - - Bedenk hoe deze situatie invloed heeft op de beeldvorming en beleving van online privacy en het vertrouwen in anderen.

Slide 29 - Slide

Stap B: Verzamel feitelijke informatie.
- Onderzoek bijvoorbeeld wat de regels/wetgevingen zijn rond online privacy, sexting en het verspreiden van seksueel getint beeldmateriaal. 
- Zoek ook naar feiten en cijfers over sexting bij jongeren. 

Let op! Vermeld bronnen. 

Slide 30 - Slide

Stap C: Formuleer strategieen
Formuleer strategieën om dit soort situaties te voorkomen (bijv. voorlichting en bewustwording) en hoe ermee om te gaan. 

Slide 31 - Slide