This lesson contains 16 slides, with interactive quiz and text slides.
Lesson duration is: 20 min
Items in this lesson
Welkom!
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint:
collegeblok/schrift
pen
Raadsel:
Welk dier is 25% melk en 75% bier?
timer
2:00
Slide 1 - Slide
Taalweetjes
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
Ik weet wat een palindroom is en ik kan er zelf minimaal 2 bedenken.
Ik weet wat een spiegelwoord is en kan er zelf minimaal 2 bedenken.
Slide 3 - Slide
Lesplanning
opening/welkom
stil lezen
Theorie palindroom
Zelf maken palindroom
Theorie spiegelwoorden
Zelf maken spiegelwoorden
Slide 4 - Slide
Wat is er speciaal aan het woord racecar?
Slide 5 - Open question
SPELEN MET WOORDEN
Ben jij supergoed in galgje?
Of heb jij weleens scrabble gespeeld?
Bij dit soort spelletjes speel je met woorden: je moet een woord raden of zelf woorden maken.
Slide 6 - Slide
SPELEN MET WOORDEN
Er zijn heel veel verschillende woordspelletjes en je komt ze overal tegen: op de televisie, in de krant of als app voor je telefoon. Probeer ze eens uit.
Heb jij een favoriet taalspelletje? Zo ja, welk is dat?
Slide 7 - Slide
https:
Slide 8 - Link
LETTERSTAMPPOT
Maak zo veel mogelijk woorden met de letters van het woord:
EVENAAR
timer
5:00
De winnaar is de speler die
de meeste woorden weet te maken.
Slide 9 - Slide
Wat is er bijzonder aan de zin?
Lezen is in, ezel!
timer
5:00
Slide 10 - Slide
OMDRAAIEN DIE LETTERS
Je kunt de zin ook van achteren naar voren lezen. Er staat dan precies hetzelfde. Dat noemen we een palindroom.
Woorden als lepel, racecar en meetsysteem
zijn ook palindromen.
Lezen is in, ezel!
Slide 11 - Slide
OMDRAAIEN DIE LETTERS
Bedenk zelf nog twee palindromen.
timer
8:00
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
OMDRAAIEN DIE LETTERS
Sommige woorden kun je omdraaien waardoor je een ander woord leest, zoals gum / mug en droom / moord. Dit zijn spiegelwoorden.