Les 3 Kaas Uienbrood 24/25

Welkom!
1 / 34
next
Slide 1: Slide
HorecaPraktijkonderwijsLeerjaar 2,4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welkom!

Slide 1 - Slide

Startklaar 
       
       Pak je Chromebook/ laptop voor je
       Start je Chromebook/ laptop op
       Log in op www.lessonup.app 
       Stop je telefoon in het zakkie en in je tas 
      
timer
2:30

Slide 2 - Slide

Startklaar 
  •    Stop je telefoon in het zakkie en in je tas
       Ruim je tas en jas op bij de kapstok
       Pak een koksbuis en haarnetje
       Maak een sopje voor je werkbank
       Alles gedaan, ga je zitten
      
timer
5:00

Slide 3 - Slide

Regels & Afspraken
  • Jullie laten mij uitpraten
  • We zorgen voor een veilige werkomgeving
  • We schelden niet
  • Je doet serieus mee
  • Als je dit niet doet, ga je niet koken!

Slide 4 - Slide

Agenda
  • Vorige les - wat hebben we geleerd, wat ging er goed
  • Instructie kaas-uienbrood
  • Uitvoeren kaas-uienbrood
  • Schoonmaken en afronden

Slide 5 - Slide

Schrijf alles op wat je weet van de vorige les

Slide 6 - Mind map

Kaas uienbrood

Slide 7 - Slide

Theorie
Hoofdgrondstoffen= belangrijkste ingrediënt voor het product
Voor brood zijn dat bloem, gist, water en zout.


Hulpgrondstoffen= ingrediënten die worden toegevoegd voor de geur, kleur of smaak
rozijnen, citroen, amandelspijs, noten


Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Lesdoelen
  • Je kan in duo's de ingrediënten voor brood mengen en kneden
  • Je kan in duo's het recept lezen en uitvoeren

Slide 10 - Slide


Kaas uienbrood

Slide 11 - Slide

Theorie brood
Rijzen = Het volume van het brooddeeg neemt toe 
  • Er komt lucht in het deeg
  • Het deeg wordt groter
  • Door middel van een rijsmiddel (gist)

Slide 12 - Slide

Materialen

- Bakpapier                                      - Kookwekker
- Bakplaat                                         - Ovenwanten
- Bekken/beslagkom                   - Plastic folie
- Maatbeker                                     - Snijplank
- koksmes                                         - Deegroller                                     

Slide 13 - Slide

Ingrediënten

- Bloem                  100 gram
- Gist                        0,5 theelepel
- Margarine           10 gram
- Lauw water         60 ml
- Strooibloem       1 tl
- Ui                             50 gr
- Kaas                       50 gr
- Zout

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Slide

Uitvoeren
Je gaat nu het kaas uienbrood maken. 

Volg de stappen voor een goed resultaat

Slide 17 - Slide

Stap 1
Verwarm de oven voor op 200 C.

Slide 18 - Slide

Stap 2
Stort de bloem op je werkbank.

Maak een cirkel van de bloem.

Slide 19 - Slide

Stap 3
In de cirkel: water en gist.

Buiten de cirkel: zout
Water
Gist
Zout

Slide 20 - Slide

Stap 4
Draai rondjes in de cirkel en neem steeds wat bloem mee.

Slide 21 - Slide

Stap 5 
Er ontstaat een papje.

Ga door zodat er een deeg ontstaat.

Kneed het deeg 10 minuten.

Slide 22 - Slide

Stap 6
Dek het deeg af met folie

Laat 20 minuten rijzen

Slide 23 - Slide

Stap 7
Snijd de uien verticaal door.

Verwijder de schil.

Snijd de uien in dunne ringen.

Slide 24 - Slide

Stap 8
Verdeel het brooddeeg in 2 gelijke stukken.



Slide 25 - Slide

Stap 9
Bestuif de werkbank met een beetje bloem.

Rol het deeg met de deegroller uit tot een lange lap en leg deze op het bakpapier.

Laat het even rusten.

Slide 26 - Slide

Stap 10
Beleg het deeg met uien.

strooi wat zout over de uien.

Bestrooi het deeg met geraspte kaas.

Slide 27 - Slide

Stap 11
Bak het kaas uienbrood in 15/20 minuten af in de oven.

Serveer lauwwarm.

Eet smakelijk!

Slide 28 - Slide

Voorbereiding koken
1. Handen wassen 20 sec.
2. Koksbuis aantrekken
3. Haarnetje op
4. Emmer met sop 
5. Werkbank schoonmaken

Slide 29 - Slide

Afronden
Na het koken ga je je spullen schoonmaken en opruimen. 

Je zorgt dat ze ruimte weer netjes wordt.

Slide 30 - Slide

Nabespreken
Kijk terug op de les. Hoe is het gegaan, wat ging super? 
zijn er ook dingen die je anders zou doen?
antwoord dit op de volgende slides

Slide 31 - Slide

Hoe smaakte het gerecht?
A
Lekker
B
Niet lekker
C
Een beetje lekker
D
Ik heb het niet geproefd

Slide 32 - Quiz

wat heb je geleerd deze les. Noem minimaal 1 ding

Slide 33 - Open question

Slide 34 - Slide