Zintuigelijke beperkingen
Zicht (visueel): Blindheid, slechtziend, bijziend, staar.
Horen (auditief): Doof en slechthorend.
Ruiken: Niet of nauwelijks kunnen ruiken.
Proeven: Niet of nauwelijks kunnen proeven.
Voelen (tast): Slecht voelen of niet voelen.
Evenwicht & houding: Geen evenwicht hebben, eigen lichaam niet goed voelen.