Spelling H.2 spelling in het woordenboek

Spelling H. 2 woordenboek
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Spelling H. 2 woordenboek

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
1. Ik leer waarvoor ik een woordenboek allemaal kan gebruiken.

2. Ik weet hoe ik een woord moet spellen omdat ik het kan opzoeken in een woordenboek.

3. Ik kan woorden met i, ie en y correct spellen

Slide 2 - Slide

Zoeken.....

Slide 3 - Slide

In het woordenboek vind je alles over spelling
1. onderstreping bij acteren= klemtoon
2. ~ =synoniem
3. bn= woordsoort>bijvoeglijk naamwoord
4. -er, -st bij befaamd= vervangen

Slide 4 - Slide

Woordenboek gebruiken voor...
1. Moeilijke Nederlandse woorden: verrukkelijke, peper-en-zoutstel 

Slide 5 - Slide

Woordenboek gebruiken voor...
2. Woorden uit andere talen: bavarois, accuraat, downloaden.

Slide 6 - Slide

Woordenboek gebruiken voor...
3. Woorden met een hoofdletter (of juist niet): Pasen, kerst, West-Fries, april

Slide 7 - Slide

Woordenboek gebruiken voor...
4. Werkwoordsvormen: slibben- slibde- geslibd of timen - timede- getimed

Slide 8 - Slide

Woordenboek gebruiken voor...
5. Meervoudsvormen van zelfstandige naamwoorden: porie-poriën, ruzie-ruzies, gameboy-gameboys, buggy-buggy's

Slide 9 - Slide

Lastige meervoudsvormen
1. blad-bladen/bladeren of blaren
2. datum-data/datums
3. fantasie-fantasieën
4. handvat-handvatten/handvaten
5. medium-media/mediums
6. motor-motoren/motors
7. luiwammes-luiwammesen
8. museum-musea/museums
9. stad-steden

Slide 10 - Slide

Woordenboek gebruiken voor...
6.Trappen van vergelijking: ver-verder-verst, chic-chiquer-chicst.

Slide 11 - Slide

Vergrotende en de overtreffende trap
1. doof-dover-doofst
2. -enthousiaster-enthousiastst
3. goed-beter-best
4. graag-liever-liefst
5. kwaad-kwader-kwaadst
6. lief-liever-liefst
7. praktisch-praktischer-meest praktisch
8. veel-meer-meest
9. weinig-minder-minst

Slide 12 - Slide

Woordenboek gebruiken voor...
7. Verkleinwoorden: baby-baby'tje, taxi-taxietje

Slide 13 - Slide

Woordenboek gebruiken voor...
Bijvoeglijke naamwoorden: precieze, officiële, zilveren, aluminium

Slide 14 - Slide

Aan het werk
Maak opdracht 6, 1 en 2
Opdracht 1 en 2 bespreken

Huiswerk: opdracht 3 en 4

Slide 15 - Slide

i, ie en y (opdracht 6)
1. sympathieke-muzikant-artistieke-prestatie-ovatie
2. millimeter-hyperbool
3. riante-psychiater-bibliotheek
4. encyclopedie-informatie-Egyptische-piramides
5. broccoli-sperziebonen-vitaminen
6. jury-hobby-yoghurttaart

Slide 16 - Slide