This lesson contains 23 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Welkom!
Ga op je plaats zitten
Log in bij de LessonUp
Pak je boek en schrift
Slide 1 - Slide
Regels
Geen persoonlijke vragen aan elkaar tijdens de les.
Kies zelf wat je wil delen of vertellen, niets hoeft.
Luister naar elkaar, accepteer elkaars mening.
Je mag lachen om de onderwerpen, maar ga niet te ver.
Houd rekening met elkaar.
Tijdens de les
Aantekeningen + huiswerkcontrole.
Onder de 6,5 -> begrippenlijst bijhouden.
Slide 2 - Slide
Planning
Woordenwolk
Uitleg Thema 4.1
Opdrachten
Uitleg Thema 4.1
Opdrachten
Slide 3 - Slide
Mentimeter: ga naar menti.com
De vraag: waar denk je aan bij voortplanting en seksualiteit?
Slide 4 - Slide
4.1: Geslachtsorganen
4.1.1 Je kunt uitleggen welke organen tot het voortplantingsstelsel behoren.
4.1.2 Je kunt de delen van de geslachtsorganen van een man en een vrouw noemen, inclusief de overeenkomsten en verschillen.
4.1.3 Je kunt de primaire geslachtskenmerken noemen.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Je hypofyse - de hormoonklier
De puberteit begint in je hersenen
De hypofyse maakt hormonen aan die de puberteit op gang brengen
Slide 7 - Slide
Gender & Geslacht
Geslacht/sekse:
Man, vrouw of intersekse
Gender:
geslacht, identiteit, expressie
Slide 8 - Slide
Primaire geslachtskenmerken
geslachtskenmerk dat al bij de geboorte aanwezig is.
Primaire geslachtskenmerken:
Meisje: vagina, vulva
Jongen: penis, balzak
Intersekse conditie:
een persoon met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtskenmerken. (man met eierstokken, vrouw met hoog testosteron)
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Uitwendige geslachtsorganen
de voorhuid: beschermt de gevoelige eikel.
de eikel: het gevoeligste deel van de penis.
de urinebuis: waaruit urine en sperma komen.
balzak: In deze huidplooi bevinden zich de teelballen.
Slide 11 - Slide
Inwendige mannelijke geslachtsorganen
Teelballen produceren zaadcellen en hormonen. Bijballen slaan zaadcellen tijdelijk op. Zaadleider vervoert zaadcellen. Zaadblaasjes en prostaat produceren vocht dat de zaadcellen in leven houdt na de zaadlozing. Plasbuis vervoert urine en sperma.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Welke vragen zijn er?
Slide 14 - Slide
Aan de slag
Maak van basisstof 4.1: Geslachtsorganen
Opdrachten 1, 2, 3, 5.
Klaar?
Laat je huiswerk aftekenen
Lukt iets niet? Vraag om hulp.
timer
10:00
Slide 15 - Slide
Uitwendige geslachtsorganen, vulva
clitoris: is gevoelig voor prikkels die een fijn gevoel geven.
clitoriseikel is aan de buitenkant zichtbaar. Dit ‘knopje’ is erg gevoelig en is omgeven door een huidplooi: de clitorishoed.
urinebuis: waaruit urine komt
Slide 16 - Slide
Uitwendige geslachtsorganen, vulva
binnenste vulvalippen: gladde huidplooien. Tussen de binnenste vulvalippen liggen de openingen van de urinebuis en van de vagina.
buitenste vulvalippen. liggen om de binnenste vulvalippen heen. Dit zijn de behaarde huidplooien.
vaginaopening: een opening binnen in het lichaam die uitkomt bij de baarmoederhals
Slide 17 - Slide
Maagdenvlies
Het maagdenvlies is een randje weefsel aan het begin van de vagina.
Niet alle meisjes hebben bij de geboorte een maagdenvlies, ook heeft het verschillende vormen.
Je kunt niet zien of
iemand seks heeft
gehad.
Slide 18 - Slide
Aan het maagdenvlies kun je zien of iemand maagd is
Feit
Fabel
Jongens kunnen ook maagd zijn
Het maagdenvlies is een vlies dat doorboord moet worden bij de eerste keer geslachtsgemeenschap
Ieder meisje wordt geboren met een maagdenvlies
De meeste meisje bloeden niet bij de ontmaagding
Slide 19 - Drag question
Inwendige vrouwelijke geslachtsorganen
Vagina: buis naar de baarmoedermond toe. Eierstokken produceren eicellen en hormonen. Eileider vervoert eicellen. Baarmoeder hierin kan een bevruchte eicel zich ontwikkelen tot een baby. Baarmoedermond is de opening naar de baarmoeder toe. Baarmoederhals verbind de vagina met de baarmoeder.