Hoofdstuk 10

Hoofdstuk 10
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 10

Slide 1 - Slide

Welke geslachtskenmerken zijn er?

Slide 2 - Slide


  • Primaire geslachtskenmerken
    - bij geboorte aanwezig
    - vagina, schaamlippen, penis, teelballen 
  • Secundaire  geslachtskenmerken
    - komen in de puberteit
    - borsten, brede heupen, zware stem, borsthaar, schaamhaar, okselhaar
    (geslachtsorganen beginnen te werken) 

Slide 3 - Slide

Uit welke onderdelen bestaat het mannelijk geslachtsorgaan?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Uit welke onderdelen bestaat het vouwelijk geslachtsorgaan?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Wat is de menstruatiecyclus?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Waar vindt alles plaats voor de eicellen?

Slide 10 - Slide


  • Rijpen van eicel > eierstok
  • Eisprong > eileider
  • Bevruchting > eileider
  • Innestelling > baarmoeder

Slide 11 - Slide

Welke voorbehoedsmiddelen zijn er?

Slide 12 - Slide



  • Condoom > voorkomt dat zaadcel bij eicel komt
  • Pessarium > voorkomt dat zaadcel bij eicel komt
  • Pil > voorkomt eisprong/ovulatie
  • Spiraaltje > voorkomt dat bevruchte eicel zich in kan nestelen
  • Sterilisatie > eileiders of zaadleiders worden doorgeknipt

Slide 13 - Slide

Hoe verloopt een zwangerschap?

Slide 14 - Slide


  • Bevruchting > eileider
  • Innestelling > baarmoeder
  • Eerste 12 weken > embryo
  • Na 12 weken > foetus
  • Baby beschermt door vruchtwater
  • Baby verbonden met navelstreng
  • Placenta bevat bloedvaten van baby en moeder, hierdoor krijgt baby voedingsstoffen en kan afvalstoffen kwijt

Slide 15 - Slide

Hoe verloopt een bevalling?

Slide 16 - Slide


  • Voor geboorte is de indaling, baby gaat met hoofd naar beneden liggen
     
  • Ontsluiting > baarmoedermond gaat open
  • Uitdrijving > persweeën duwen baby naar buiten
  • Nageboorte > placenta, vruchtvliezen en restje navelstreng komen naar buiten

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Welke onderdelen hebben bloemen?

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Hoe gaat de voortplanting bij planten?

Slide 21 - Slide




  • Eerst bestuiving
    - stuifmeelkorrel komt op stamper 
  • Daarna bevruchting
    - stuifmeelkorrel smelt samen met
    eicel in vruchtbeginsel 
  • Dan vorming zaadje 
    - bevruchte eicel groeit uit tot zaadje 

Slide 22 - Slide

Wet is het verschil tussen insectenbloem en windbloem?

Slide 23 - Slide


  • Insectenbloem (insecten lokken)
    - gekleurde kroonbladeren
    - veel nectar 
    - veel geur
     
  • Windbloem 
    - licht en heel veel stuifmeelkorrels
    - geen gekleurde bloemen 

Slide 24 - Slide

Wat is het verschil tussen geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting?

Slide 25 - Slide



  • Geslachtelijke voorplanting
    - stuifmeelkorrel + eicel = zaadje 
    - bevruchting
     
  • Ongeslachtelijke voorplanting
    - geen bevruchting
    - geen stuifmeelkorrel, geen eicel

Slide 26 - Slide

Welke soorten ongeslachtelijke voortplanting zijn er?

Slide 27 - Slide


  • Bollen
    - hebben rokken/ringen 
  • Knollen 
  • Uitlopers 

Slide 28 - Slide