230404_A2C_spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

WELKOM!

Ga rustig op je plek zitten.

Spullen op tafel. Laptop dicht.

Zet je tas op de grond.

Pak je leesboek en ga even lezen.

Lesdoelen

Wat gaan we doen

Herhalen en nakijken opdrachten

Aan het werk

Afsluiten: morgen

Uitleg: aanhalingstekens en leestekens in een citaat

Na vandaag:

> weet je hoe je aanhalingstekens moet gebruiken

> weet je hoe je leestekens moet gebruiken in een citaat

Lesdoelen

- weglatingsstreepje 

- apostrof  

> hoe gebruik je die

blz. 194-195, opdracht 5 en 6 boek (blok 4 spelling)

Herhalen en nakijken opdrachten

Je gebruikt aanhalingstekens:

• bij de directe rede/citaten (let op de plaats van de aanhalingstekens en de andere leestekens).

Je gebruikt geen aanhalingstekens 

• bij de indirecte rede en bij gedachten:  
• als je het woord zelf bedoelt en niet de betekenis:  

directe rede

De directe rede is de letterlijke weergave van wat er wordt gezegd. Dit staat tussen aanhalingstekens.

Voorbeeld:

De jongen schreeuwde: “Wacht op mij!”

indirecte rede

In dit geval wordt beschreven wat er wordt gezegd en worden geen aanhalingstekens gebruikt.

Voorbeeld:

De jongen schreeuwde dat ze op hem moesten wachten.

Uitleg: aanhalingstekens 

Iets zeggen kan op verschillende manieren. Je kunt roepen, fluisteren, vragen, etc. De juiste leestekens aan het einde van het citaat komen binnen de aanhalingstekens.

Bijvoorbeeld

Selma zei: "Ik vond die film erg goed."

"Ik weet niet of ik dat durf!", gilde Sharon.

Uitleg: leestekens in een citaat

Leestekens komen binnen de aanhalingstekens,

behalve als het een punt is in het midden van de zin.

Bijvoorbeeld

Goed: "Ik weet niet of ik dat durf!", gilde Sharon.

Fout: "Ik vond die film erg goed.", zei Sharon.

Die punt laat je weg.

let op, dit gebeurt bij onderbreking: 

'En toch', zei Kay, 'vind ik het koud.'

'Het is koud', zei Ezra. 'Dat komt door de wind.'

Uitleg: leestekens in een citaat

Wat van blok 5 spelling:

-maak opdr.1 en 2 (blz. 240-241)

-lees theorie over het gebruik van de komma (blz.243) en maak opdr. 3 en 4 (blz. 243-244).

Hoe: in je schrift of op je laptop.

Hoe lang: 20 minuten.

Vragen: stel ze mij.

Klaar: Numo.

Niet klaar = huiswerk.

Aan het werk

Na vandaag:

> kun je aanhalingstekens goed gebruiken

> kun je leestekens goed gebruiken in een citaat

Lesdoelen: wat heb je geleerd?

> planning lezen oude teksten

> opdrachten en zelf werken

> herhalen

Afsluiten: morgen