This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
Herhalingsquiz Het verenigd Koninkrijk
Slide 1 - Slide
Wat is Groot-Brittannië?
A
Hetzelfde als het Verenigd Koninkrijk
B
Hetzelfde als Engeland
C
Engeland en Schotland samen
D
Engeland, Schotland en Wales samen
Slide 2 - Quiz
Verenigd Koninkrijk
Groot Brittanië
Engeland
Schotland
Wales
Noord-Ierland
Slide 3 - Drag question
Zet in de juiste volgorde
Langst geleden
Kortst geleden
6
1
2
3
4
5
Ontdekkingsreizen
Industriële Revolutie begint in VK
Het Britse koloniale rijk op z'n grootst
Dekolonisatie
Industrie van VK gaat van eigen steenkool naar geïmporteerde steenkool
Brexit
Slide 4 - Drag question
Hoe noem je de afhankelijkheid van periferielanden van centrumlanden?
A
Dekolonisatie
B
Neokolonialisme
Slide 5 - Quiz
Wanneer begon de industriële revolutie?
A
1790
B
1830
C
1840
D
1880
Slide 6 - Quiz
3 soorten migrantie
Politieke migratie
Economische migratie
Sociale migratie
Slide 7 - Drag question
hoe reken je de demografische druk uit?
A
productieve/niet productieven
x 100%
B
productieve - niet productieve
x 100%
C
niet productieve /productieve
x100%
D
niet productieve-productieve
x100%
Slide 8 - Quiz
Wat is natuurlijke bevolkingsgroei
A
Dat de bevolking snel groeit
B
Het aantal immigranten min het aantal emigranten
C
Het aantal geboorten min het aantal sterfte gevallen
D
Het aantal geboorten in een jaar
Slide 9 - Quiz
Sociale bevolkingsgroei is
A
Emigratie - Immigratie
B
Immigratie - Emigratie
C
Emigratie + Immigratie
D
Immigratie + Emigratie
Slide 10 - Quiz
Sleep de bevolkingsdiagram en de naam naar het juiste land.
Japan
China
Bangladesh
Piramide
urn
granaat
Slide 11 - Drag question
Koffie is een belangrijk exportproduct van Rwanda (land in Oost-Afrika). Stel dat de exportprijs van koffie uit Rwanda stijgt en de importprijzen voor Rwanda niet veranderen. Wat zal er dan gebeuren met de ruilvoet van Rwanda?
A
De ruilvoet van Rwanda zal gelijk blijven
B
De ruilvoet van Rwanda zal verslechteren
C
De ruilvoet van Rwanda zal verbeteren
Slide 12 - Quiz
De hogere demografische druk in de krimpgebieden is te verklaren door
A
vergrijzing en ontgroening
B
vergrijzing
C
ontgroening
Slide 13 - Quiz
Hoeveel landen zijn er aangesloten bij de Europese Unie in 2020 (Brexit meegeteld)
A
27
B
21
C
32
D
25
Slide 14 - Quiz
Wat waren de locatiefactoren voor de stad Manchester?
A
Steenkool en katoen
B
Steenkool en arbeid
C
Steenkool en lagelonen
D
Steenkool en agglomeratievoordelen
Slide 15 - Quiz
3. Wat is een voorbeeld van vernieuwing in Manchester?
A
Financiële sector
B
Zware industrie (steenkool)
C
Textielindustrie
D
Hightechindustrie
Slide 16 - Quiz
Schoenenfabriek
Wel footloose
Niet footloose
Advocatenkantoor
Vliegtuigfabriek
Goudmijn
Ontwikkelaar apps
Slide 17 - Drag question
Zet op volgorde van meest footloose naar minst footloose
Meest
2
3
Minst
Slide 18 - Drag question
Bij welke vorm van de Brexit past onderstaande zin het best?
"Goederen uit het Verenigd Koninkrijk moeten na de Brexit aan de kwaliteitseisen van de EU blijven voldoen."
A
Harde Brexit
B
Zachte Brexit
C
Brexit met backstop
D
Brexit zonder backstop
Slide 19 - Quiz
Wat is geen agglomeratie voordeel?
A
In de stad wonen veel mensen.
B
Je kunt kennis uitwisselen met het bedrijf naast je.
C
Er wonen veel mensen die gespecialiseerd zijn in jouw product.
D
Als klanten het product niet bij je concurrent kunnen vinden lopen ze direct door naar jou.
Slide 20 - Quiz
Uit hoeveel landen bestaat het gemenebest van naties?
A
47
B
51
C
53
D
57
Slide 21 - Quiz
Wat is het BNP - Per hoofd van de bevolking (koopkracht) (US$) in het VK