B&F, spelling, blok 6 week 2 les 3

• Spelling
• Basisschool
• Groep 4

Spelling: Blok 6, week 2, les 3

Wat ga je leren:
Herkennen van het lidwoord en het zelfstandignaamwoord
                                 

Wat is de samenstelling:
De hotelgast zit op zijn kamer.

Wat is het werkwoord:
De hotelgast zit op zijn kamer.

Welke woorden moeten met een hoofdletter?
knecht hendrik rent in het hotel.

Woorden van het uw-rijtje

Oefendictee

Stappenplan
1.  Luister naar het woord
2. Zeg het hardop na
3. Denk na, welke categorieën zitten erin?
4. Typ het woord in
5. Controleer het woord
--> ga daarna verder, door op het pijltje te klikken

Schrijf op:

Schrijf op:

Schrijf op:

Schrijf op:

Schrijf op:

Schrijf op:

Schrijf op:

Wat is het lidwoord?

Twee duiven op het pad

1. twee
2. duiven
3. het
4. pad

Wat is het lidwoord?

De dierenwinkel is gesloten

1. De
2. dierenwinkel
3. is
4. gesloten

Wat zijn de lidwoorden?
De kast staat in de woonkamer.

Wat zijn de lidwoorden?

De zon schijnt fel in het water.

Wat zijn de lidwoorden?

Het meisje pakt het ijsje.

Ik weet wat een lidwoord is.

1. ja
2. nee
3. soms

Goed gewerkt!