Wat ga je leren: Herkennen van het lidwoord en het zelfstandignaamwoord
1 / 20
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 4
This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Spelling: Blok 6, week 2, les 3
Wat ga je leren: Herkennen van het lidwoord en het zelfstandignaamwoord
Slide 1 - Slide
Onder de dekens slaapt pietertje pet. Welke woorden moeten met een hoofdletter?
A
Onder
B
slaapt
C
pietertje
D
pet
Slide 2 - Quiz
Onder de dekens slaapt Pietertje Pet. Wat is het werkwoord?
A
Onder
B
dekens
C
slaapt
D
Pet
Slide 3 - Quiz
Noem een samenstelling.
Slide 4 - Open question
Noem de drie lidwoorden:
Slide 5 - Open question
Zelfstandig naamwoord en lidwoord
Het zelfstandig naamwoord is een woord voor een mens, dier of ding. Je kunt er een lidwoord voor zetten.
Het lidwoord hoort bij een zelfstandig naamwoord. Het staat voor het zelfstandig naamwoord. De lidwoorden zijn: de, het, een.
Slide 6 - Slide
Voorbeelden
Zelfstandig naamwoord:
1. Is het een mens, dier of ding?
2. Kan ik er een lidwoord voor zetten?
piloot - de piloot
vliegtuig - de vliegtuig
Slide 7 - Slide
Een zelfstandig naamwoord kan ook een ding zijn dat je niet kan aanraken.
Zelfstandig naamwoord:
1. Is het een mens, dier of ding?
2. Kan ik er een lidwoord voor zetten?
-luch - de lucht
-zon - de zon
-wolken - de wolken
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Oefendictee
Stappenplan 1. Luister naar het woord 2. Zeg het hardop na 3. Denk na, welke categorieën zitten erin? 4. Typ het woord in 5. Controleer het woord --> ga daarna verder, door op het pijltje te klikken
Slide 10 - Slide
Schrijf op:
Slide 11 - Open question
Schrijf op:
Slide 12 - Open question
Schrijf op:
Slide 13 - Open question
Schrijf op:
Slide 14 - Open question
Schrijf op:
Slide 15 - Open question
Schrijf op:
Slide 16 - Open question
Schrijf op:
Slide 17 - Open question
Wat is het werkwoord?
Slide 18 - Open question
Noem een zelfstandig naamwoord
Slide 19 - Open question
Goed gewerkt!
Ik ga je oefendictee nakijken. Succes met het volgende vak!