Menselijke interactie

Menselijke interactie
1 / 46
next
Slide 1: Slide
OpvoedkundeSecundair onderwijs

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 3 min

Items in this lesson

Menselijke interactie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

ijsberg van Mc. Clelland
Opdracht: interactie moet je doen!

Bekijk de video en beantwoordt daarna de vragen in de cursus.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Begrip: menselijke interactie
Menselijke interactie is een proces waarbij verschillende mensen of groepen elkaars handelen wederzijds beïnvloeden

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

twee mogelijkheden om te communiceren:
  1. verbaal (= met woorden)
  2. non-verbaal (= lichaamstaal)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Hoe reageer jij als:
je bij de bakker staat aan te schuiven en iemand steekt voor?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Hoe reageer jij als:
iemand je in een overvolle bus aanstaart?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Hoe reageer jij als:
iemand een racistische opmerking maakt?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Hoe reageer jij als:
je een (oude) vriend(in) tegenkomt op straat?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Hoe reageer jij als:
je een leerkracht tegenkomt in de supermarkt?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Zelfbeeld
Het zelfbeeld is het geheel van gedachten, ideeën en waarnemingen die je over jezelf hebt.


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Hoe zie jij jezelf?

Slide 12 - Mind map

This item has no instructions

Hoe zou je willen zijn?

Slide 13 - Mind map

This item has no instructions

Hoe zien anderen jou?

Slide 14 - Mind map

This item has no instructions

Zelfkennis
Wanneer je bepaalde zaken over jezelf kan benoemen, spreken we van zelfkennis.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Aspecten van identiteit
  1. zelfbeeld
  2.  zelfwaardering
  3. zelfhandhaving
  4. zelfbeschikking
  5. zelfpresentatie

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Zelfbeeld
= het geheel van gedachten, ideeën en waarnemingen die je over jezelf hebt

Komt tot stand door:
  • positieve of negatieve ervaringen
  • invloed van mening van anderen

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

5 aspecten van identiteit:
  1. zelfbeeld
  2. zelfwaardering
  3. zelfhandhaving
  4. zelfbeschikking
  5. zelfpresentatie 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Facetten van het zelfbeeld
  1. fysieke zelfbeeld
  2.  Emotionele zelfbeeld
  3. Sociale zelfbeeld
  4. Cognitieve zelfbeeld
  5. Materiële zelfbeeld

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Omschrijving facetten zelfbeeld:
Sociale zelfbeeld = het beeld dat je hebt over de manier waarop je omgaat met anderen
Emotionele zelfbeeld= je zelfwaardegevoel: hoe je kijkt naar je emoties, hoe groot je zelfvertrouwen is
Cognitieve zelfbeeld = het beeld dat je hebt over je verstandelijke mogelijkheden

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Fysieke zelfbeeld= het beeld dat je hebt over je uiterlijk en je lichamelijke prestaties
Materiële zelfbeeld = het beeld dat je hebt over materiële aspecten in je leven (geld, bezit, ...)

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 8: Ken ik mezelf en de ander?
Zie Google Classroom

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Zelfwaardering
Zelfwaardering bepaalt hoe we ons voelen en heeft vervolgens een invloed op ons gedrag (waarneming, emoties, prestaties…).

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Oefening 10: zelfbeeld en interactie
Situatie 1: Marianne spreekt Sofie aan. Sofie durft niet echt ‘nee’ zeggen, dus laat Marianne zitten. Marianne probeert een gesprek aan te knopen, Sofie probeert weg te kijken, op haar gsm te zitten of… ze zal alles doen om het gesprek uit te weg te gaan.
Situatie 2: Matti zal het werk wat moeten trekken, zal er mopjes willen insteken. Jonas zal niet veel moeite steken in interactie en het werk meer aan Matti proberen overlaten. Mogelijk vinden ze een gemeenschappelijke grond in het onderwerp: misschien krijgt Matti Jonas daar mee in het verhaal?

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Cartoon
wat vertelt de cartoon over het begrip onderwijzer?
Tot welke groep reken je jezelf?
Wie heeft het bij het rechte eind? Iedereen en niemand: omdat een leerkracht dit vanuit zijn eigen standpunt ervaart, zal je er een eigen beeld van vormen. De waarheid ligt vaak ergens in het midden

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Sociale perceptie
Sociale perceptie is het geheel van processen dat aan de basis ligt van het begrijpen van (het gedrag van) anderen.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Selectieve waarneming kan voor problemen zorgen

We ontwikkelen vooroordelen over mensen, waardoor we hen geen kans meer geven.
Selectieve waarneming brengt ook positieve zaken mee:
we zien kleine kantjes niet echt, of we zien ze door de vingers

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Video

This item has no instructions

Eigen opvattingen
  1. oordeel
  2. sociale vergelijking
  3. referentiegroep 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Referentiegroep
 is een categorie mensen waarvan je denkt dat je erbij hoort en waarmee je je meestal vergelijkt.
4 stappen:
  1. Observatie
  2. Verklaring
  3. Beeldvorming
  4. Actie

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Stappen in sociale perceptie:
  1. observatie
  2. verklaring
  3. beeldvorming
  4. actie 

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

1. Observatie
Observeren van de persoon, de situatie en het gedrag om de persoon beter te begrijpen.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

2. Verklaring
Verklaring = attributie
Zoeken naar een verklaring van een bepaald gedrag
Loskoppelen van je eigen interpretatie

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

3. Beeldvorming
Op basis van de observatie en verklaring gaan we een beeld vormen van de persoon

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Video

This item has no instructions

Slide 36 - Video

This item has no instructions

Slide 37 - Video

This item has no instructions

4. Actie
We gaan aan de slag na de impressie (beeldvorming) en stellen een bepaald gedrag tegenover anderen.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Context
Persoonskenmerken                                  omgevingskenmerken
psychische functies                                    sociale omgeving
lichamelijke functies                                   culturele omgeving
                                                                               fysische omgeving

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Sociale attributie

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Video

This item has no instructions

Wat is de attributietheorie?
We proberen te verklaren waarom iemand een bepaald gedrag stelt.

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Soorten attributies:
interne -> externe attributie
stabiele -> onstabiele attributie
controleerbare -> oncontroleerbare attributie

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Fundamentele attributiefout
Oordeel niet te snel!

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Wat is een fundamentele attributiefout?

Je beoordeelt gedrag van anderen zonder rekening te houden met de persoonseigenschappen of de omgevingsfactoren.

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Slide 46 - Slide

This item has no instructions