De zorgvrager met persoonlijkheidsstoornissen (4.5-4.8)
De zorgvrager met persoonlijkheidsstoornissen
4.5-4.8
1 / 24
next
Slide 1: Slide
De zorgvrager met persoonlijkheidsstoornissenHoger onderwijs
This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 200 min
Items in this lesson
De zorgvrager met persoonlijkheidsstoornissen
4.5-4.8
Slide 1 - Slide
Als iemand het beeld heeft van anderen, dat ze kwetsbaar zijn en makkelijk te gebruiken, misbruiken over welke persoonlijkheid spreken we hier dan?
A
afhankelijke persoonlijkheid
B
narcistische persoonlijkheid
C
histrionische afhankelijkheid
D
anti-sociale persoonlijkheid
Slide 2 - Quiz
Als we spreken over iemand met een persoonlijkheid die actief afhankelijk is over welke persoonlijkheid hebben we het dan?
A
afhankelijke persoonlijkheid
B
narcistische persoonlijkheid
C
histrionische afhankelijkheid
D
anti-sociale persoonlijkheid
Slide 3 - Quiz
Zelfbeeld: hulpeloos, incompetent Beeld van anderen: steunend, competent Denkwijze: ik heb anderen nodig om te overleven Handelwijze: hechting, hulp zoeken, overdreven coöperatief
A
narcistische persoonlijkheid
B
theatrale of histrionische persoonlijkheid
C
Anti-sociale persoonlijkheid
D
afhankelijke persoonlijkheid
Slide 4 - Quiz
Maak per drie een foto waarop de 4 eerste basispersoonlijkheden duidelijk herkenbaar zijn.
Slide 5 - Open question
De compulsieve persoonlijkheid
Sleutelkenmerken
Worden verscheurd door innerlijke conflicten tussen het keren naar zichzelf of naar de ander voor veiligheid en bevestiging
Proberen hun innerlijke drang naar zelfstandigheid te onderdrukken door overdreven regel-volgend te zijn
Ouderlijke overcontrole (ouders met een repressief regime)
Sterk verantwoordelijkheidsgevoel en voelen zich vlug schuldig
Kind wordt assertiever en biedt weerstand waardoor nog repressiever gaan optreden
Slagen er niet in om eigen identiteit op te bouwen maar nemen regels en normen van ouders volledig over
Slide 7 - Slide
De compulsieve persoonlijkheid
Kenmerken
Zelfbeeld: eeuwige twijfelaar
Beeld van anderen: anderen zijn eisend en straffen
Denkwijze: ik moet
Handelwijze: dwangmatig
Slide 8 - Slide
De compulsieve persoonlijkheid
Advies voor hulpverleners
De patiënt dient zich ‘thuis te voelen’, hulpverlener moet zich als gelijke opstellen
Groot verantwoordelijkheidsgevoel tonen als hulpverlener
Op tijd zijn, ordelijk zijn
Inhoudelijk goed weten waar men mee bezig was in een vorige sessie of gesprek
Slide 9 - Slide
Negativistische persoonlijkheid
sleutelkenmerken
voortdurend passief verzet tegen de eis om sociaal en beroepsmatig goed te functioneren
grillig gedrag
lage frustratietolerantie
jaloers op anderen, snel wrok naar anderen
ongeduldig en redelijk boos naar autoriteiten
Slide 10 - Slide
Negativistische persoonlijkheid
Ontwikkelingsachtergrond
Erfelijk:
snel geprikkelde baby's, koppigheid, kinderen met een onregelmatige ontwikkeling (discripantie tussen intelligentie en emotionele ontwikkeling)
Slide 11 - Slide
Negativistische persoonlijkheid
leerervaring
tegenstrijdigheid en onvoorspelbaarheid in de opvoeding door de ouders
tegenstrijdigheid in wijze van communiceren waardoor kinderen niet weten wat de ouders van hen verlangen
conflicten tussen ouders waardoor kind telkens probeer één van beide te vriend houdt en hierdoor zichzelf niet kan zijn
Slide 12 - Slide
Negativistische persoonlijkheid
Kenmerken
Zelfbeeld: passief verzet
Beeld van anderen: de ander zijn leven loopt vlotter
Denkwijze: geen erkenning geven
Handelwijze: vijandig gedrag
Slide 13 - Slide
Negativistische persoonlijkheid
Advies voor hulpverleners
Een grote fout die je kunt maken bij dit gedrag, is om toegeeflijk te zijn. Als je eenmaal toegeeft aan passief agressief gedrag, verlies je jouw keuzes.
geef je grenzen aan en houd je hieraanµ
confronteer de persoon met zijn gedrag op het moment zelf
wees assertief in je communicatie
Slide 14 - Slide
DE SCHIZOÏDE PERSOONLIJKHEID
Sleutelkenmerken
Emotionele en cognitieve tekorten beletten de persoon om warme hechte relaties aan te gaan
Onvermogen om zich te verplaatsen in gevoelens van anderen
Slide 15 - Slide
DE SCHIZOÏDE PERSOONLIJKHEID
Ontwikkelingsachtergrond
Erfelijke factoren
Stoornis autonoom zenuwstelsel: hoge drempel tot activiteit
Zowel motorisch als emotioneel is er weinig reactiviteit
Leerervaringen
Onvoldoende prikkeling vanuit de omgeving doordat deze kinderen weinig respons oproepen bij de omgeving
Sociale isolatie zorgt ervoor dat het kind weinig leermomenten opdoet
Slide 16 - Slide
DE SCHIZOÏDE PERSOONLIJKHEID
Kenmerken:
Zelfbeeld: éénling, onafhankelijk , gevoelsarm
Beeld van de andere: opdringerig, lastig
Denkwijze: geen behoefte aan anderen
Handelwijze: zich isoleren
Slide 17 - Slide
DE SCHIZOÏDE PERSOONLIJKHEID
Advies voor hulpverleners:
Dring je niet op , want dan ben je lastig
De ontwikkelde schema’s zijn heel moeilijk te veranderen
Probeer de patiënt met zijn ‘eigenaardigheden’ te accepteren
Slide 18 - Slide
DE ONTWIJKENDE PERSOONLIJKHEID
Sleutelkenmerken
Overgevoelig voor sociale prikkels, zoals gevoelens en stemmingen van anderen
Terughoudendheid als actieve zelfbescherming om psychische pijn te vermijden
Slide 19 - Slide
DE ONTWIJKENDE PERSOONLIJKHEID
Ontwikkelingsachtergrond
Erfelijke factoren
Dysfunctie van limbisch systeem waardoor lage drempel voor emotionele prikkelbaarheid + hyperreactief
Vertraagde of onevenwichtige rijping van de hersenen
Slide 20 - Slide
DE ONTWIJKENDE PERSOONLIJKHEID
Leerervaringen
Hyperreactiviteit lokt ouderlijke verwerping uit wereld is onvriendelijk
Weinig zelfvertrouwen door kleinering bij pogingen die kind onderneemt tot zelfstandigheid
Identificatie met de zwakste ouderfiguur
Slide 21 - Slide
DE ONTWIJKENDE PERSOONLIJKHEID
Kenmerken:
Zelfbeeld: gevoel van tekortschieten
Beeld van anderen: ze vinden me niks
Denkwijze: ik ben inferieur aan de andere
Handelwijze: vermijden, vluchten
Slide 22 - Slide
DE ONTWIJKENDE PERSOONLIJKHEID
Advies voor hulpverleners:
Leidinggevende houding aannemen
Laat toe dat de patiënt bepaalde situaties vermijdt, tot de situatie gekend en veilig is
Gebruik heel veel ik-boodschappen
Slide 23 - Slide
casuïstiek
Lees de casussen van Peter, Michèle, Marlies en Bernard.
Groepjes van 3 - (50 minuten tijd)
Geef die observaties weer die de dimensies van Millon aantonen en link aan de persoonlijkheid waaraan jij denkt.