4BBL Oefeningen Hoofdstuk 7 Verbanden

Welkom
- Pak je wiskunde spullen.
- Start LessonUp op en log in met je eigen naam.
Herhaling
Hoofdstuk 7 - Verbanden
1 / 17
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom
- Pak je wiskunde spullen.
- Start LessonUp op en log in met je eigen naam.
Herhaling
Hoofdstuk 7 - Verbanden

Slide 1 - Slide

Een vriendengroep huurt een bungalow voor €350,-. Het huren van beddengoed kost €10,- per persoon. Er is een verband tussen de kosten en het aantal personen.
Geef de woordformule.

Slide 2 - Open question

Een jaar later willen de vrienden weer gaan, maar zijn er wat prijzen verandert. De bungalow is €20,- goedkoper geworden, maar het beddengoed €4,- per persoon duurder. Geef de nieuwe woordformule.

Slide 3 - Open question

Vul de formule bij de tabel in.


...................     =    ...................     -    ................ x ........................
hoogte in meters
tijd in minuten
15
480

Slide 4 - Drag question

Bereken het daalgetal.

Slide 5 - Open question

Geef de formule.

Slide 6 - Open question

Vul de formule bij de grafiek in.


...................     =    ...................     +    ................ x ........................
hoort er niet bij:
inkomsten in euro
tijd in uren
3
5
15

Slide 7 - Drag question

Geef de formule.

Slide 8 - Open question

Wat is het maximum van de grafiek?

Slide 9 - Open question

Wie heeft een boek met hetzelfde aantal bladzijden?
Waaraan kan je dit zien?

Slide 10 - Open question

Wie lezen er even snel? Waaraan kan je dat zien?

Slide 11 - Open question

Wie leest er het snelst?
Hoe zie je dat aan de grafiek?

Slide 12 - Open question

Geef de formule van Kadek.

Slide 13 - Open question

Geef de formule van Alwin.

Slide 14 - Open question

Formule met haakjes:
tijd in dagen = (bedrag in euro-0,20) : 3
Hoeveel dagen kun je huren van 15 euro?

Slide 15 - Open question

Formule met haakjes:
tijd in dagen = (bedrag in euro-0,20) : 3
Je hebt 25 euro, hoeveel dagen kun je huren?

Slide 16 - Open question

Theodora koopt een hervulbare luchtverfrisser voor haar badkamer. Na een aantal dagen is de luchtverfrisser leeg.
Hierbij hoort de formule Inhoud in ml = 240 - 3 x tijd in dagen
Hoeveel dagen duurt het voordat de luchtverfrisser leeg is? Geef een berekening.

Slide 17 - Open question