18.5

Is een bacteriofaag een organisme?
A
Ja
B
Nee
1 / 14
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Is een bacteriofaag een organisme?
A
Ja
B
Nee

Slide 1 - Quiz

wat voor soort eiwit is cas 9?
A
Een helicase
B
Een nuclease
C
Een protease
D
een ligase

Slide 2 - Quiz

Waardoor kun je cas9 inzetten tegen ieder mogelijk virus?
A
actief centrum oneindig veel mogelijkheden (door gRNA)
B
allosterische zijde oneindige veel mogelijkheden (door gRNA)
C
knipt altijd dsRNA, ongeacht de sequentie
D
herkent al het bacterie DNA en RNA

Slide 3 - Quiz

Welke mutatie is niet te veroorzaken met CRISPR-cas9 gentechnologie?
A
een puntmutatie
B
een deletie
C
een inversie
D
een insertie

Slide 4 - Quiz

Stel: ik wil het gen van bèta-secretase verwijderen uit het genoom van een cel. Welke onderdelen heb ik dan nodig?  
Benodigde onderdelen 
Liposoom
Lysosoom
tRNA
rRNA
siRNA
gRNA
cas-genen 
CRISPR-genen 
cas9 
helicase
ligase 
protease
endosoom
miRNA

Slide 5 - Drag question

Als we kijken naar de expressie van eiwitten in een cel kunnen we het beste kijken naar:
A
matrijsstreng DNA
B
coderende streng DNA
C
mRNA
D
miRNA

Slide 6 - Quiz

Wat tonen we aan met een DNA-microarray?
A
Het genoom
B
Het epigenoom
C
beide
D
geen van beide

Slide 7 - Quiz

het cDNA dat wordt gevormd door reverse transcriptase is gelijk aan:
A
matrijsstreng DNA
B
coderende streng DNA
C
mRNA
D
miRNA

Slide 8 - Quiz

De coderende streng DNA is bij een microarray aangebracht in de spots. Welke moleculen kunnen binden?
A
mRNA
B
cDNA
C
mRNA + cDNA
D
Geen van beide

Slide 9 - Quiz

Bij een microarray wordt onderzocht hoe het eiwitprofiel van een Alzheimerpatiënt (RFP) afwijkt van dat van een gezond persoon (GFP). Goede kandidaat-eiwitten voor RNAi zouden kunnen zijn?
A
groen opgelichte spots
B
rood opgelichte spots
C
geel opgelichte spots
D
zwarte spots

Slide 10 - Quiz

Stel dat de RNAi succesvol was, hoe zie je dat dan terug in de microarray?
A
groene spots worden zwarte spots
B
rode spots worden zwarte spots
C
gele spots worden zwarte spots
D
zwarte spots worden rode spots

Slide 11 - Quiz

Welke methode is geschikt voor .... Genexpressie meten van een specifiek gen in een cel
A
DNA-microarray
B
Eiwit-gelelektroforese
C
RT-PCR van cDNA
D
Massaspectrometrie

Slide 12 - Quiz

Welke methode is geschikt voor ....
introns en exons identificeren
A
DNA-microarray
B
Eiwit-gelelektroforese
C
RT-PCR van cDNA
D
massaspectrometrie

Slide 13 - Quiz

Welke methode is geschikt voor ....
Afwijkend epigenoom in kaart brengen
A
DNA-microarray
B
Eiwit-gelelektroforese
C
RT-PCR van cDNA
D
massaspectrometrie

Slide 14 - Quiz