Week 46 niv 2/3 jaar 1

Past simple
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Past simple

Slide 1 - Slide

Even terugkijken
De tegenwoordige tijd/present simple

Gebruik je bij feiten/gewoonten/routines.
Hele werkwoord, behalve bij SHIT -> dan + (e)s
Signaalwoorden: always, never, sometimes, ocassionally, etc.

I always go to school on Mondays. She never watches television.

Slide 2 - Slide

Past Simple
Je gebruikt de Past Simple als iets gebeurd is in de verleden tijd en ook beëindigd is.

Wij noemen de Past Simple de Verleden Tijd.


Slide 3 - Slide

 Regelmatige werkwoorden (rww)

Achter het werkwoord plaats je 'ed'

I walk -> I walked
it rains-> it raineded
they beg-> they begged

Slide 4 - Slide

 RWW Spelling
Als een werkwoord eindigt op -e, dan komt er in de past simple alleen een -d achter:
I live - I lived
you move - you moved

In de past simple wordt de laatste medeklinker verdubbeld als er één klinker voor staat:
I drop - I dropped
they plan - they planned

Slide 5 - Slide

 RWW Spelling
Als een werkwoord eindigt op -y, dan komt er in de past simple een -ied achter:
I carry- I carried
you study- you studied

In de past simple komt er een -ed achter als er een klinker voor staat:
I play - I played

Slide 6 - Slide

Past Simple - Signaalwoorden

In de zin staan vaak een tijdsbepaling van verleden tijd.

  • yesterday
  • last week
  • ten minutes ago
  • in 2007
  • this morning

Slide 7 - Slide

Je gebruikt de Past Simple als...
A
iets gebeurd is in de toekomst
B
iets iedere dag gebeurt
C
iets gebeurd is in het verleden en afgerond is
D
iets nog niet gebeurd is

Slide 8 - Quiz


Wat is de Past Simple van play
A
plaied
B
played
C
playd

Slide 9 - Quiz


Wat is de Past Simple van listen
A
listend
B
listenet
C
listened

Slide 10 - Quiz


Wat is de Past Simple van study
A
studied
B
studyed
C
studiet

Slide 11 - Quiz

My sister .......... (drop) a glass yesterday.

Slide 12 - Open question

They ....... (walk) home after school yesterday.

Slide 13 - Open question

Show what you know!
Ga naar studiemeter.nl
(Ga naar First Aid Course English)

Niveau 2: -ga naar Verleden tijdsvorm regelmatige werkwoorden A1
-ga naar verledentijdsvorm to be/to have/to do A1
Niveau 3: -ga naar verledentijdsvorm regelmatige werkwoorden A2/B1
-ga naar verledentijdsvorm to be/to have/to do A1

Slide 14 - Slide

Wat je af moet hebben voor a.s. vrijdag:
Niveau 3:
-tegenwoordige tijd A2
-Tegenwoordige tijd en nu aan de gang A2
-Tegenwoordige tijd en nu aan de gang B1
-Aanwijswoorden this/that/these/those A2+B1
-Lidwoorden A1 

 De uitleg vind je hier op Teams, in het kanaal Engels, map "bestanden"

Slide 15 - Slide

Wat je af moet hebben voor a.s. vrijdag:
Niveau 2:
-tegenwoordige tijd A1
-tegenwoordige tijd A2
-Tegenwoordige tijd en nu aan de gang A1
-Tegenwoordige tijd en nu aan de gang A2
-Aanwijswoorden this/that A1
-Aanwijswoorden this/that/these/those A1 + A2
-Lidwoorden A1

 
Op Teams -> Kanaal Engels -> map “bestanden”, vind je alle grammatica uitleg.

 

Slide 16 - Slide

Past simple

Slide 17 - Slide