Bij verbreden luisteren we naar muziek vanuit de dimensie individueel (alleen)
en coöperatief (samen).
Muziek kun je heel goed alleen (solo) spelen. Bekijk de bovenste video.
Om samen te spelen moet je goed op elkaar ingespeeld zijn. Bij een groot orkest
heb je meestal een dirigent, zeker als er ook nog een koor meedoet. Bekijk de
onderste video.
In een orkest spelen de zgn. klassieke instrumenten dit zijn:
Strijkers: viool, altviool, cello, basviool
Houtblazers: dwarsfluit, hobo, fagot, saxofoon
Koperblazers: trompet, trombone, hoorn, tuba
Slagwerk: oa pauken, xylofoon, grote trom, gong
Pas toen de elektriciteit werd uitgevonden kreeg je andere instrumenten en dus ook andere muziek, bijv de popmuziek.
Pop instrumenten zijn: Elektrisch gitaar, basgitaar, drumstel, (elektr.) piano, keyboard, synthesizer