H10 Afweer

H10 Afweer
par 10.1 ziekteverwekkers
par. 10.2 de huid
par. 10.3 +10.4 eerste afweerlinie immuunsysteem
par. 10.5 tweede afweerlinie immuunsysteem
par. 10.6 derde  afweerlinie immuunsysteem


1 / 36
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

This lesson contains 36 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

H10 Afweer
par 10.1 ziekteverwekkers
par. 10.2 de huid
par. 10.3 +10.4 eerste afweerlinie immuunsysteem
par. 10.5 tweede afweerlinie immuunsysteem
par. 10.6 derde  afweerlinie immuunsysteem


Slide 1 - Slide

Leerdoelen
- Je kunt verschillende groepen ziekteverwekkers noemen.
- Je kunt in een afbeelding de lagen van de huid noemen en de functies van die lagen beschrijven.
- Je kunt enkele voorbeelden geven van aspecifieke afweer van de eerste afweerlinie.
- Je kunt de cellen noemen die actief zijn bij de aspecifieke afweer van de tweede afweerlinie
- Je kunt met een tekening duidelijk maken hoe deze cellen de lichaamsvreemde stof (of het lichaamsvreemde deeltje) opruimen.

Slide 2 - Slide

Ziekteverwekkers (pathogenen)
Organismen/stoffen die een schadelijke invloed op een ander organisme hebben.

Slide 3 - Slide

Bacteriën
-Vaak onschuldig of zelfs positief 
(denk aan huid- en darmflora)
-Soms ziekteverwekkend/pathogeen 
(bij overmaat en verkeerde plek)

Slide 4 - Slide

Hoe maken bacterien ons ziek?
-Zij zijn zelf schadelijk --> maken onze cellen kapot
-Zij produceren een toxine (gifstof) 
-De immuunreactie creëert zelf ook schade aan het lichaam

Slide 5 - Slide

Levenscyclus virus
Levenscyclus van een virus
Welk type cel infecteert het virus in dit voorbeeld?

Slide 6 - Slide

1e linie:
Fysieke en chemische barriëres



Talg helpt huid waterdicht en soepel te houden. 
Het heeft ook een functie in de bescherming. 
--> het is zuur

Slide 7 - Slide

doorsnede huid met melanocyten
--> helpen met opvangen van UV-licht

Slide 8 - Slide

2 linie
Actief na binnendringen ziekteverwekker (infectie)
--> NIET SPECIFIEKE AFWEER


De cellen/stoffen van de niet-specifieke afweer reageren detzelfde manier zodra deze een lichaamsvreemde (schadelijke) cel/stof herkennen. En zij kunnen er meerdere herkennen!  
Let op: 2 soorten infecties:
1. in bloedplasma/weefselvloeistof/lymfe (Humoraal)
2. infectie van eigen cellen  (Cellulair)

Slide 9 - Slide

Antigenen:

Moleculen van een ander organisme kunnen gebruikt worden door het immuunsysteem  voor de herkenning van lichaamsvreemd 
-> Antigenen 

Slide 10 - Slide

Eigen antigenen
Onze eigen cellen worden ook gescand op antigenen
--> lichaamseigen cellen presenteren eigen antigenen op celmembraan
 
Gezonde cellen -> geen reactie
geïnfecteerde/abnormale cellen -> immuuncsysteem actief
(bij tumoren ontsnappen de cellen hieraan) 

Slide 11 - Slide

Ontstekingsreactie & fagocytose

Slide 12 - Slide

Bij humorale infectie 
(dus in het bloed/weefsel/lymfe)
Bij humorale infectie
Lichaamsvreemdecel/stof wordt herkend door fagocyt (macrofaag, granolucyt, dendritische cel) en daarna opgenomen (fagocytose) en afgebroken

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Bij cellulaire infectie
of abnormale cellen
(dus eigen cellen zijn 
geinfecteerd/abnormaal)
NK-cellen herkennen een geïnfecteerde cel en doden deze

Slide 15 - Slide

Geheugen van niet-specifieke afweer
er ontstaat geen geheugen bij deze afweer.
Of je nu voor de 1e, 2e of 45e keer geïnfecteerd bent, deze immuunreactie door fagocyten en/of Nk-cellen is altijd hetzelfde.

(bij de specifieke afweer is dit anders!!) 

Slide 16 - Slide

Leerdoelen deel 2
-Je kunt de rol beschrijven van T-cellen en B-cellen bij de specifieke afweer van de derde afweerlinie.
-Je kunt uitleggen wat het verband is tussen antigenen en antistoffen.
-Je kunt beschrijven hoe het afweersysteem een 'geheugen' krijgt voor ziekteverwekkers.
-Je kunt uitleggen wat het verband is tussen immunisatie en immuniteit.
-Je kunt de vier verschillende methoden van immuniseren beschrijven

Slide 17 - Slide

3e afweerlinie:
De specifieke afweer:
De cellen die hierbij betrokken zijn, zijn elk in staat om 1 specifiek antigeen  te herkennen en worden daarmee alleen geactiveerd bij deze ene 1 ziekteverwekker.

Voordeel t.o.v. de niet-specifieke afweer: er ontstaat geheugen en daarmee ook immuniteit. 

Slide 18 - Slide

BINAS TABEL
84.L.2
Specifieke afweer

Slide 19 - Slide

Betrokken cellen:
Macrofagen en dendritische cellen worden na fagocytose van ziekteverwekker een APC 
een Antigeen Presenterende Cel
Stap 1+2: Activatie specifieke afweer door niet-specfieke

Slide 20 - Slide

APC's migreren naar een lymfknoop

Daar zitten de
Th-, Tc- en B-cellen 
(de cellen vd specifieke afweer)
Activatie specifieke afweer door niet-specfieke

Slide 21 - Slide

Stap 3: activatie Thelper-cel door APC (84.L.1. eerste afbeelding linksbovenin)
T-helpercel gaat zich vaak klonen!!!

Slide 22 - Slide

Na activatie T-helper cel 2 opties:
1. Cellulaire respons --> Cytotoxische T-cellen (Tc-cellen)
2. Humorale respons --> B-cellen

Slide 23 - Slide

Stap 4: Activatie Tc-cellen door Th-cellen
Stap 5: Tc-cellen doden geïnfecteerde cellen

Slide 24 - Slide

Stap 6 & 7: ActivatieB-cellen door Th-cellen

Slide 25 - Slide

B-cellen kunnen ook direct door APC's geactiveerd worden

Slide 26 - Slide

Antistoffen zijn ook specifiek voor (dezelfde) ene antigeen

Slide 27 - Slide

Antistoffen zorgen voor betere fagocytose

Slide 28 - Slide

primaire en secundaire immuunreactie

Slide 29 - Slide

actief kunstmatig vaccin


-verzwakt of dode ziekteverwekker
-stukjes ziekteverwekker (alleen antigenen)

Slide 30 - Slide

Leerdoelen deel 3
-Je kunt uitleggen waarom een bloedtransfusie eigenlijk een orgaantransplantatie is.

-Je kunt voorspellen wanneer bloed van een donor zal gaan klonteren en je kunt uitleggen waar die klontering precies door veroorzaakt wordt.

Slide 31 - Slide

Bloedtransfusie

Slide 32 - Slide

Andere bloedgroepen
Naast het ABO-systeem zijn er nog andere bloedgroepen 
De belangrijkste is de Rhesusfactor:
Dit is een eiwit waarvan de code op een ander gen ligt

Slide 33 - Slide

resusfactor kan gevaarlijk zijn tijdens zwangerschappen
dit kan voorkomen worden door de moeder kunstmatig passief te vaccineren met resus-antistoffen
(dan maakt de moeder zelf geen geheugencellen aan)

Slide 34 - Slide

Andere orgaandonaties
De lichaamseigen antigenen* van de donor worden door de afweercellen van de ontvanger herkend als lichaamsvreemd
-->
Afweerreactie en daardoor orgaanafstoting

* De menselijke MHC-eiwitten (HLA) van de donor worden dus ook als lichaamsvreemd herkend

Slide 35 - Slide

Afstoting en middelen daartegen

Slide 36 - Slide