Woordenschat 1.2

Betekenis afleiden uit het woord
Woordenschat 1.2
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Betekenis afleiden uit het woord
Woordenschat 1.2

Slide 1 - Slide

Planning

- Testje
- Theorie
- Maken opdrachten 

Slide 2 - Slide

Doel:
Ik kan de betekenis afleiden uit het woord. 

Slide 3 - Slide

Waarom leren wij dit?

Slide 4 - Slide

Oefenen
De score geeft een indicatie van het niveau!

Minder dan 68% =1F
68% - 82% = 2F 
83% - 93% = 3F 
94% - 100% = 4F 
Oefening 54

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Op welk niveau zit je volgens de test?
A
1F
B
2F
C
3F
D
4F

Slide 7 - Quiz

Theorie
Je kunt de betekenis van een moeilijk of onbekend woord soms raden door goed te kijken:

- Is het woord samengesteld? (bestaat het uit meerdere woorden?
-Staan er voor- en/of achtervoegsels bij een woord dat je kent?
- Lijkt het onbekende woord op een woord dat je wel kent?

Slide 8 - Slide

Samengesteld uit meerdere woorden?
Gebiedsverbod
Massacommunicatie

Slide 9 - Slide

Wat betekent gebiedsverbod?
A
Een deel van een stad of land wordt gesloten.
B
In een deel van een stad niet mogen komen
C
Iemand mag niet meer bieden op Marktplaats
D
-

Slide 10 - Quiz

Voor- en/of achtervoegsels
multi = veel
functioneel = bruikbaar
multifunctioneel = iets is op vele manieren te gebruiken

Gebruiken = met iets omgaan zodat je er wat aan hebt 
Her- = opnieuw

Slide 11 - Slide

Wat betekent hergebruiken?
A
Vreemde gebruiken van andere culturen.
B
Iets opnieuw nuttig inzetten.
C
Iets van iemand lenen.
D
Voor een tweede keer iets ruiken.

Slide 12 - Quiz

Lijkt het op een bekend woord?
Problematisch
Praktisch
Ritmisch
Personage

Slide 13 - Slide

Deze oefeningen vond ik ....
A
moeilijk
B
makkelijk

Slide 14 - Quiz

Maken
Online: 
Woordenschat (links) 1.2
Opdracht 1,2 en 3! 

Slide 15 - Slide