Woordenschat 1.2

Betekenis afleiden uit het woord
Woordenschat 1.2
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Betekenis afleiden uit het woord
Woordenschat 1.2

Slide 1 - Slide

Planning

  • Vorige les
  • Opdrachten maken (klassencode gebruiken NuNederlands)
  • Testje
  • Theorie
  • Maken opdrachten 

Slide 2 - Slide

Doel:
Ik kan de betekenis afleiden uit het woord. 

Slide 3 - Slide

Vorige les 
moeilijke woorden uit de tekst begrijpen 
handig bij examen 

Hoe? 
  • synoniem 
  • omschrijving
  • voorbeelden
  • tegenstelling
  • afbeelding

Slide 4 - Slide

Wat is het verschil tussen een synoniem en een tegenstelling?

Slide 5 - Open question

Opdrachten maken 

Slide 6 - Slide

Waarom leren wij dit?

Slide 7 - Slide

Oefenen
De score geeft een indicatie van het niveau!

Minder dan 68% =1F
68% - 82% = 2F 
83% - 93% = 3F 
94% - 100% = 4F 
Oefening 54

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Op welk niveau zit je volgens de test?
A
1F
B
2F
C
3F
D
4F

Slide 10 - Quiz

Theorie
Je kunt de betekenis van een moeilijk of onbekend woord soms raden door goed te kijken:

- samengesteld? 
- voor- of achtervoegsels?
- Lijkt het op een bekend woord?

Slide 11 - Slide

Samengesteld uit meerdere woorden?
Een woord dat uit meerdere woorden bestaat. Herken je een woord, dan weet je vaak het hele woord. 

Gebiedsverbod
Massacommunicatie

Slide 12 - Slide

Wat betekent gebiedsverbod?
A
Een deel van een stad of land wordt gesloten.
B
In een deel van een stad niet mogen komen
C
Iemand mag niet meer bieden op Marktplaats
D
-

Slide 13 - Quiz

Voor- en/of achtervoegsels
multi = veel
functioneel = bruikbaar
multifunctioneel = iets is op vele manieren te gebruiken

Gebruiken = met iets omgaan zodat je er wat aan hebt 
Her- = opnieuw

Slide 14 - Slide

Wat betekent hergebruiken?
A
Vreemde gebruiken van andere culturen.
B
Iets opnieuw nuttig inzetten.
C
Iets van iemand lenen.
D
Voor een tweede keer iets ruiken.

Slide 15 - Quiz

Lijkt het op een bekend woord?
Problematisch
Praktisch
Ritmisch
Personage

Slide 16 - Slide

Deze oefeningen vond ik ....
A
moeilijk
B
makkelijk

Slide 17 - Quiz

Maken
Online: 
Woordenschat (links) 1.2
Opdracht 1,2 en 3! 

Slide 18 - Slide